Beeldende begrippen H4

Aspecten van de vormgeving
1 / 43
next
Slide 1: Slide
TekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aspecten van de vormgeving

Slide 1 - Slide

Beeldaspecten

Kleur
Vorm
Ruimte
Licht
Compositie

Slide 2 - Slide

KLEUR

Slide 3 - Slide

Kleurencirkel
Johannes Itten

Primaire 
Secundair
tertiar 

3 verschillende kleursoorten

Slide 4 - Slide

Kleurhelderheid
De mate van helderheid van een kleur zegt iets over de hoeveelheid licht die een kleur weerkaatst. 

Lichtgeel weerkaatst meer licht dan donker geel. Maar donker geel weerkaatst weer meer licht dan blauw.

Slide 5 - Slide

Kleurhelderheid

Slide 6 - Slide

Kleurcontrasten
kleur - kleur contrast
licht - donker contrast
complementair contrast
warm - koud contrast

Pag. 41 boek

Slide 7 - Slide

Kleuren familie
Kleuren die bij elkaar horen
felle kleuren
pastel kleuren
donkere kleuren
koele kleuren
warme kleuren
Blz. 38 boek

Slide 8 - Slide

Verzadigde kleuren

Een verzadigde kleur is een kleur op zijn kleurigst. zuiver rood is het meest verzadigde rood wat je kunt hebben.
pure kleuren zonder menging van wit of zwart

Slide 9 - Slide

Onverzadigde kleuren

Onverzadigde kleuren zijn vermengd met andere kleuren (primair, secundair of tertiair)

Slide 10 - Slide

VORM

Slide 11 - Slide

Geometrische vormen

Zijn vormen die je in een wiskundeboek tegen komt. vierkant, rechthoek, ovaal, cirkel. Je kan ze meten met een liniaal of passer.

Slide 12 - Slide

Organische
vormen

vormen die afgeleid zijn uit de natuur. niet meetbaar. golvend en vloeiend. lijkt alsof ze gegroeid zijn ipv gemaakt door de mens.

Slide 13 - Slide

Silhouet
Vlakke platte vorm
jip en janneke

Slide 14 - Slide

Figuratief
Kun je zien wat er is afgebeeld?
hoeft niet gedetailleerd of realistisch

Slide 15 - Slide

Abstract
Je kan er niks in herkennen
vlakken, geometrische vormen, kleuren, geen herkenbare voorstelling.

Slide 16 - Slide

Lijn

Slide 17 - Slide

Contour
Omtrek van een vorm
verschillende kleuren contour lijnen.
contour kan een onderdeel van een voorstelling extra benadrukken

Slide 18 - Slide

Lijnwerking
Lijnen in 1 richting (diepte)
Schuine en gebogen lijnen (beweging)

verticale lijnen (hoogte)
horizontale lijnen (breedte)
contour lijnen (vorm benadrukken)

Slide 19 - Slide

Compositie

Slide 20 - Slide

compositie
De ordening van een beeld noem je compositie. 
de kunstenaar heeft erover nagedacht

Slide 21 - Slide

overall compositie

de voorstelling is over het hele beeld verspreid

Slide 22 - Slide

Driehoeks compositie

Je zou een driehoek van het onderwerp kunnen maken

Slide 23 - Slide

Symmetrie
Je kan ook over dit werk zeggen dat het symmetrisch is. 
Als je een lijn door het midden zou trekken, zijn beide kanten min of meer hetzelfde wat betreft de compositie.

Slide 24 - Slide

Centrale compositie

Onderwerp staat in het midden

Slide 25 - Slide

licht

Slide 26 - Slide

Licht richting
Meelicht
tegenlicht
zijlicht 

blz.45

Slide 27 - Slide

licht donker contrast

Verschil tussen lichte en donkere delen van een foto of schilderij

clair-obscur = overdrijven
zie foto hiernaast

Slide 28 - Slide

Ruimte

Slide 29 - Slide

Ruimte suggestie

Groot voor / klein achter
afsnijding
overlapping
verschillende vormen van perspectief
vervaging
scherpte diepte


Slide 30 - Slide

Afsnijding
Stukje van de voorstelling valt buiten het kader. beeld word spannender, soms realistischer

Slide 31 - Slide

Overlapping

Diepte creëren door overlappen. delen worden over elkaar heen afgebeeld.

Slide 32 - Slide

Atmosferisch perspectief

kleuren van objecten op de achtergrond zijn vager en grijzer. er wordt zo diepte gesuggereerd. 

Slide 33 - Slide

Plasticiteit
Onderdelen kunnen meer in het licht staan, en ergens anders schaduw hebben. Lichte delen gaan meer naar voren, donkere delen meer naar achteren.

Slide 34 - Slide

Kikvorsperspectief
Standpunt is laag als 'kikker' een foto maken. je kijkt naar boven. klein stukje grond zie je maar.

Slide 35 - Slide

Structuur

Slide 36 - Slide

Gestroomlijnd
afgeleid van vissen en vogels. zo gevormd dat ze snel en makkelijk kunnen zwemmen of vliegen. (vorm bij auto, heel snel) & mooi dak station Rotterdam

Slide 37 - Slide

Uit welke kleuren bestaat dit schilderij voornamelijk?
A
Primaire kleuren
B
Secundaire kleuren
C
Tertiaire kleuren
D
Mooie kleuren

Slide 38 - Quiz

Noem zoveel mogelijk
beeldaspecten

Slide 39 - Open question

Hoe heten de drie verschillende kleursoorten?
A
Primaire, secundaire, quatrième
B
Groen, oranje, paars
C
rood, Geel, Blauw
D
Primaire, secundair, tertiare

Slide 40 - Quiz

Hoe noem je de vormen op de afbeelding?

Slide 41 - Open question

Hoe word er op deze afbeelding ruimte gesuggereerd?
A
Afsnijding
B
Overlapping
C
Plasticiteit
D
Alle antwoorden

Slide 42 - Quiz

Welke compositie zie je op de afbeelding?
A
Symmetrische compositie
B
Centrale compositie
C
Driehoeks compositie
D
Overall compositie

Slide 43 - Quiz