Rechtenorde-Rechtsorde-deel2

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesprogramma vandaag

Uitleg Rechtsorde-deel2

Grondbeginselen rechtsstaat

Een grondwet met daarin grondrechten

Soevereinitsbeginsel- en democratiebeginsel

Legaliteitsbeginsel

Trias politica

Grondrechten

Klassieke grondrechten

Sociale grondrechten

Legaliteitsbeginsel

Strafmaat

Ne-bis-indem-regel

Strafprocesrecht (Wetboek van strafvordering)

Maximale straf staat in de wet (Wetboek van Strafrecht)

Trias politica

Wetgevende macht: Regering+Parlement

Uitvoerende macht: Minister+ ambtenaren

Rechterlijke macht: Onafhankelijke rechters

Rechterlijke macht

Zitten magistratuur: Onafhankelijke rechters

Staande magistratuur: Openbaar Ministerie (aanklagers)

1:Wie heeft er in Nederland wetgevende macht?

1. Kabinet en parlement
2. Regering en parlement
3. Tweede Kamer en minister
4. Kabinet en regering

2: Wie heeft er geen wetgevende macht?

1. Rechter
2. Koning
3. Minister
4. Eerste Kamer

3:Wie heeft er uitvoerende macht?

1. Journalisten
2. Koning
3. Bedrijven
4. Ministers+ ambtenaren

https:

4: In Hongarije heeft de regering...

1. Wetgevende en uitvoerende macht
2. Wetgevende macht
3. Alle drie de machten
4. Uitvoerende macht

5: Wie heeft er in Nederland rechterlijke macht?

1. Officier van justitie
2. Minister
3. Onafhankelijke rechters
4. Parlement

6: Het belangrijkste kenmerk van een democratie is

1. Dat de meerderheid beslist
2. Verkiezingen
3. Ook rekening houden met minderheden
4. Debat

7: De betekenis van soevereiniteit is:

1. Er is sprake van een democratie
2. Er zijn vrije verkiezingen
3. De staat luistert naar het parlement
4. De staat heeft de hoogste macht

8: Geen kenmerk van het legaliteitsbeginsel is

1. Vrije meningsuiting
2. Strafmaat
3. Strafbaarheid
4. Ne-bis-idem regel

9: Een voorbeeld van een klassiek grondrecht is

1. Het recht op privacy
2. Sociale zekerheid
3. Het recht op gezondheidszorg
4. Volksgezondheid

10: Een voorbeeld van een sociaal grondrecht is:

1. Bescherming werknemers
2. Recht op eigendom
3. Onaantastbaarheid van het lichaam
4. Recht op vrije meningsuiting

11: Een verschil tussen klassieke en sociale grondrechten is:

1. Klassiek zijn uit de vorige grondwet
2. Sociale zijn geen grondrechten
3. Klassiek moet de overheid garanderen
4. Inspanningsverplichting overheid

12: Wanneer zijn de sociale grondrechten toegevoegd aan onze grondwet?

1. 2001
2. 1983
3. 1990
4. 1981

https:

13: Hoe herken je de machtenscheiding in dit artikel?

www.msn.com

Waarom is het onwenselijk als Kamerleden tegelijkertijd Staatsecretaris zijn?