HIN 1BKA - oefentoets Werkwoordspelling

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Dagopening

Slide 2 - Slide

Fijn dat je er bent!
We gaan vandaag de oefentoets grammatica zinsdelen maken.  Pak je oefentoets, je pen en je schrift. 

 Log ook in op deze LessonUp. 


timer
3:00

Slide 3 - Slide

  • Welkom
  • Mededelingen toetsweek
  • Maken oefentoets pv/ond/wwg 
  • Oefentoets nakijken 
  • Vragen stellen 

Slide 4 - Slide

Mededelingen
1.  uitleg toetsweek
 
Over een paar weken staat er een toetsweek op het programma, dit keer voor alle klassen. De toetsweek begint op donderdag 27 juni en duurt t/m dinsdag 2 juli. Op woensdag 3 juli zal er een inhaaldag zijn.




Slide 5 - Slide

Indeling 1BKA
donderdag 27/06:  
1e uur: toets Engels
2e uur: toets M & M  
vrijdag 28/06:
1e uur: toets Wiskunde
maandag 01/07 opdracht 1e uur: toets Nederlands 
2e uur: Biologie
dinsdag 02/07 1e uur: Rekenen
woensdag 03/07: 
inhalen gemiste toetsen 






Slide 6 - Slide

Toets Nederlands 
Je krijgt een toets over cursus 3: fictie, non-fictie, personage  smaak en gedichten . Hiervoor moet je de theorie leren en opdrachten over fictie kunnen maken. 
De komende weken gaan we hiermee aan de slag. 

Slide 7 - Slide

Planning toetsweek
Wat moet je doen?

Wat weet je al?

Hoe ga je je voorbereiden? 

Slide 8 - Slide

Voorbereiden voor de toetsweek

Slide 9 - Slide

Maken oefentoets 
Basis: maak oefentoets pv en ond. Daarna wwg. 
kader: maak oefentoets pv, ond en wwg.  
Dit moet af zijn. 
Klaar? Maak een online oefentoetsen op de iPad. In stilte 
timer
20:00

Slide 10 - Slide

Heb je nog                      vragen?

Slide 11 - Slide

Bespreken oefentoets 

Slide 12 - Slide

Heb je nog                      vragen?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Werkwoordspelling

Slide 15 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze lessenserie

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen
- weet je wat een onregelmatige werkwoord is

Slide 16 - Slide

Oefentoets
Zet je naam op de oefentoets. Begin bij de eerste paragraaf.
Maak je Powerpoint voor het LOC-gesprek af en lever die in via Magister 

Lever de oefentoets aan het einde van de les bij mij in. 
We kijken deze samen na.


timer
25:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Mijn opa ..... je niet horen, hij is doof'

Slide 19 - Open question

Wat zijn onregelmatige werkwoorden?
A
Begint vaak met ge-, be- of ver- en is NOOIT de persoonsvorm.
B
Dat zijn 6 werkwoorden die je moet kennen en anders moet leren.
C
Dat zijn sterke werkwoorden.

Slide 20 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 21 - Open question

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Hij heeft zich totaal in de tijd vergist.'
A
Hij
B
heeft
C
tijd
D
vergist

Slide 22 - Quiz

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Haar moeder is best wel oud.'
A
Haar
B
is
C
best
D
wel

Slide 23 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 24 - Open question

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Je .... moe zijn na die lange reis'

Slide 25 - Open question

Wat zijn de onregelmatige werkwoorden?
Als we geluk hebben, is het straks af.
(Let op het zijn 2 werkwoorden)

Slide 26 - Open question

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 27 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Selma zegt boos: 'Zij hebben het ook niet gedaan!'

Slide 28 - Open question

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Kim vraagt: 'Mogen we het samen doen?'

Slide 29 - Open question

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Misschien wil de leraar ons helpen.

Slide 30 - Open question

Onregelmatige werkwoorden
willen
hebben
zijn
kunnen
mogen
zullen

Slide 31 - Slide

onregelmatige werkwoorden
-werkwoorden waarbij de regels niet gelden
-hebben-zijn-kunnen-zullen-willen- mogen
ik heb-jij hebt- hij heeft- wij hebben
ik ben- jij bent- hij is-wij zijn
ik kan- jij kunt/kan- hij kan- wij kunnen

Slide 32 - Slide

Heb je nog                      vragen?

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
De meeste werkwoorden worden volgens de regels in de vorige sheet vervoegd. Er zijn ook zwakke werkwoorden, die in de verleden tijd van klank veranderen. 

Bij sommige werkwoorden gelden zelfs de regels die voor de tegenwoordige tijd gelden niet; dit zijn onregelmatige werkwoorden: 
zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Slide 35 - Slide

Wat zijn voorbeelden van onregelmatige werkwoorden in het Nederlands?
A
zijn, hebben, willen, kunnen, zullen
B
lopen, rennen, fietsen, zwemmen

Slide 36 - Quiz