Examentraining vwo 6

15 mei 2024 - 
13.30 u

Examen Nederlands vwo

een verkenning
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

15 mei 2024 - 
13.30 u

Examen Nederlands vwo

een verkenning

Slide 1 - Slide

Uit welke kranten/tijdschriften kwamen de examenteksten van de afgelopen 3 jaar?

Slide 2 - Mind map

Een goede tactiek 
- Indruk van het geheel krijgen: bekijk de titels van alle teksten
Dan per tekst werken:
- Vragen kort scannen, ook de overkoepelende vragen
-Titel, inleiding en slot doorlezen
- De tekst van a tot z actief lezen: met pen en markeerstift
- Vragen maken bij de tekst



Slide 3 - Slide


Examen Nederlands, dat is ...
Een eitje
Gevalletje 't kan vriezen, 't kan dooien
Mijn achilleshiel

Slide 4 - Poll

Leesvaardigheid: hoe pak jij dat aan?

Slide 5 - Slide

Hoe kan het ook?

Slide 6 - Slide

Tips - 1
  • Bekijk het hele examen – hoeveel teksten en vragen zijn er en hoeveel punten krijg je daarvoor? 
  • Bekijk tekst 1: titel, inleiding, slot.
  • Wat weet je al van dit onderwerp?
  • Heb je te maken met een uiteenzetting, betoog of beschouwing? 
  • Tip: herlees de eerste en laatste alinea van de tekst.
  • Tip: vergeet de titel niet.

Slide 7 - Slide

Tips - 2
  • Lees de tekst.
  • Markeer kernzinnen/uitspraken, signaalwoorden aan het begin van alinea's of zinnen, belangrijke termen.
  • Maak de vragen.
  • 'Zoek' de antwoorden op in de tekst. Lees de genoemde alinea’s terug; kijk ook in de alinea ervoor of erna.
  • Herhaal de cyclus voor de andere teksten.

Slide 8 - Slide

Opdracht 1: Vraag het de schrijver
Stel jezelf vragen terwijl je leest.
- Tekst: Pleidooi voor onzekerheid
- Werk in duo's
- Lees om de beurt hardop een alinea en beantwoord mondeling samen de vragen. 

Slide 9 - Slide

Aan de hand aan de slag ...

Slide 10 - Slide

Tekst 1 - ik doe het voor...
  • Lees de tekst.
  • Markeer kernzinnen/uitspraken, signaalwoorden aan het begin van alinea's of zinnen, belangrijke termen.

Slide 11 - Slide

Vraag 1 t/m 4
  1. 3 & 5
  2. Alinea 9 (10)
  3. Alinea 12
  4. D

Slide 12 - Slide

Vraag 5
  • Het eerste citaat zegt dat spontaniteit niet in de natuur van bepaalde mensen zit, maar
  • volgens het tweede citaat zijn alle mensen van nature spontaan. (25 woorden)

Slide 13 - Slide

Vraag 6 & 7
C

Slide 14 - Slide

Aan de slag
  • In drietallen (genummerde hoofden 😇).
  • Neem samen de tekst door.
  • Beantwoord samen de vragen: overleg en beargumenteer!
  • Wat je niet weet, vraag je na of zoek je op!
  • Onthoud wat voor jou werkt!
timer
25:00

Slide 15 - Slide

Vraag 8
  • “Spontaniteit komt tot uiting in daadkracht, zoals het oppakken van nieuwe initiatieven en het in gang zetten van verfrissende acties.” (regels 48-52)

Slide 16 - Slide

Vraag 9
(Het civilisatieproces is gestopt, want)
  • De maatschappelijke elite heeft opgehouden te bestaan als cultuurdrager / heeft geen voorbeeldfunctie meer
    
  • Er is een herwaardering van (het begrip) spontaniteit (25 woorden)

Slide 17 - Slide

Vraag 10

Slide 18 - Slide

Vraag 11
  • Als spontaan zijn een verplichting is / afgedwongen wordt, 
  • is er geen sprake meer van spontaniteit (25 woorden)

Slide 19 - Slide

Vraag 12
  1. Deze opgelegde norm kan worden gebruikt als legitimatie voor botheid, ongemanierdheid en wangedrag 
  2. Deze norm zorgt ervoor dat terughoudend en ingetogen gedrag wordt gezien als suspect / als een sociale zonde 
  3. Spontaniteit laat geen ruimte voor aftasten en voor verkennende bewegingen in een vriendschappelijke relatie. / Spontaniteit kan een rijpingsproces ook nodeloos belasten (60 woorden)

Slide 20 - Slide

Vraag 13
  • Momenteel is er een overdaad aan spontaan gedrag
  • maar er is behoefte aan minder spontaniteit
  • Vraag 15 = C

Vraag 14
  • 4, 6, 7, 8 en 9
  • Vraag 16 = A

Slide 21 - Slide

Vraag 17

Slide 22 - Slide

Maak (samen) de vragen bij tekst 2,3 & 4
Antwoorden 😁 

Slide 23 - Slide