H2C - 18 april - PVTT of VD?

Welkom bij Nederlands
H2C 18 april - Werkwoordspelling

Nodig: iPad
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
H2C 18 april - Werkwoordspelling

Nodig: iPad

Slide 1 - Slide



Doel: 
- Je kunt in een zin alle werkwoorden aanwijzen.
- Je kunt van elk werkwoord aangeven welke vorm het is (pv, vd, bn, inf)
- Je kunt elk werkwoord juist schrijven.
- je maakt heel bewust een keuze voor -d/-t/-dt.



Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

In de tegenwoordige tijd kan een werkwoord nooit een dubbele -d of dubbele -t voorkomen.
Ook niet als de -d of de -t niet in het hele werkwoord zit!

Posten jullie deze brief?  (gaan jullie dat zo doen?)
Postten jullie deze brief? (hebben jullie dan gedaan?)

Schorsen jullie deze zitting?
Schorsten jullie deze zitting?

Werkwoordspelling H4 - waar let je op?

Slide 4 - Slide

Sommige zinnen zijn samengesteld:
- Dan zijn er meerdere zinnen samengevoegd tot één langere zin.
Er zitten dan ook meerdere persoonsvormen in die lange zin! (naast de gewone werkwoorden)

a. Ik loop op straat.
b. Ik wil in mijn tas kijken.
c. Ik loop op straat en kijk in mijn tas of ik alles wel bij me heb
d. Ik heb op straat gelopen en ik heb in mijn tas gekeken.
e. Ik liep op staat toen mijn moeder in mijn tas kwam kijken
Werkwoordspelling H5 - waar let je op?

Slide 5 - Slide

betaald en betaalt - het klinkt hetzelfde, maar in een zin gebruik je ze anders!

Werkwoordspelling H6 - Het klinkt hetzelfde

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen betaald en betaalt?

Slide 7 - Open question

Omdat Irma de verstokte vrijgezel bijna zijn hele leven liefdevol heeft […] (verzorgen), werd zij na zijn dood […] (belonen) met het grootste deel van de erfenis.
A
verzorgen
B
verzorgt
C
verzorgd
D
verzorgde

Slide 8 - Quiz

Omdat Irma de verstokte vrijgezel bijna zijn hele leven liefdevol heeft […] (verzorgen), werd zij na zijn dood […] (belonen) met het grootste deel van de erfenis.
A
belonen
B
beloont
C
beloond
D
beloonde

Slide 9 - Quiz

Omdat Irma de verstokte vrijgezel bijna zijn hele leven liefdevol heeft verzorgd (verzorgen), werd zij na zijn dood beloond (belonen) met het grootste deel van de erfenis. 
Waarom?

Slide 10 - Slide

Als een huis door Dinand wordt [...] (bezichtigen), [...] (beoordelen) hij vooral de beschikbare ruimtes.
A
bezichtigen
B
bezichtigt
C
bezichtigd
D
bezichtigdt

Slide 11 - Quiz

Als een huis door Dinand wordt [...] (bezichtigen), [...] (beoordelen) hij vooral de beschikbare ruimtes.
A
beoordelen
B
beoordeelt
C
beoordeeld
D
beoordeeldt

Slide 12 - Quiz

Als een huis door Dinand wordt bezichtigd (bezichtigen), beoordeelt (beoordelen) hij vooral de beschikbare ruimtes. 
Waarom?

Slide 13 - Slide

Chloë […] (houden) zich in tijdens de volgende les, want haar uitbarsting van gisteren […] (worden) niet door de docent […] (waarderen).
A
houden
B
hield
C
houdt
D
houd

Slide 14 - Quiz

Chloë […] (houden) zich in tijdens de volgende les, want haar uitbarsting van gisteren […] (worden) niet door de docent […] (waarderen).
A
worden
B
werd
C
wordt
D
word

Slide 15 - Quiz

Chloë […] (houden) zich in tijdens de volgende les, want haar uitbarsting van gisteren […] (worden) niet door de docent […] (waarderen).
A
waarderen
B
waardeerde
C
gewaardeerd
D
gewaardeert

Slide 16 - Quiz

Chloë hield/houdt (houden) zich in tijdens de volgende les, want haar uitbarsting van gisteren werd/wordt (worden) niet door de docent gewaardeerd (waarderen).
Waarom?

Slide 17 - Slide

Deze riante villa wordt al jaren door de werkloze Joris [bewoond/bewoont], wat velen [verbaasd/verbaast].
A
bewoond
B
bewoont

Slide 18 - Quiz

Deze riante villa wordt al jaren door de werkloze Joris [bewoond/bewoont], wat velen [verbaasd/verbaast].
A
verbaasd
B
verbaast

Slide 19 - Quiz

Maak een samengestelde zin waarin de volgende werkwoordsvormen voorkomen: herhaalt – vertrouwd. Je mag de volgorde van de werkwoorden veranderen.
(De schrijfwijze mag je NIET veranderen)

Slide 20 - Open question

Taak Werkwoordspelling 2

Aan de slag!

Slide 21 - Slide