LLB - Les 3

Vitaal Burgerschap
Module 4 - Les 3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vitaal Burgerschap
Module 4 - Les 3

Slide 1 - Slide

Module 4
Komende lesweken staan in het teken van Vitaal Burgerschap.
Onderwerpen die aan bod komen:
Les 1: Drugs 
Les 2: Roken
Les 3: Alcohol
Les 4: Sporten
Les 5: Mentale gezondheid 
Les 6: Liefde/seks/LHBTQIA+
Les 7&8: Beroepsdilemma's en uitwerken eindopdracht

Slide 2 - Slide

Wat is een voorbeeld van een Downer?
A
Nicotine
B
Wiet
C
Cocaïne
D
Paddo's

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een
Upper?
A
Alcohol
B
Truffels
C
Cafeïne
D
LSD

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een Tripper?
A
Paddo's
B
Opium
C
XTC
D
Slaapmiddelen

Slide 5 - Quiz

Risico's alcohol
  • Alcohol ontremt > kan leiden tot agressief gedrag
  • Alcohol vertraagt de reactiesnelheid 
  • Alcohol is slecht voor je lever
  • Alcohol is slecht voor je hersenen > 18- sneller schade
  •  Overmatig alcoholgebruik beschadigt slijmvlies van je maag
  • Overmatig alcoholgebruik kan hart- en vaatziekten tot gevolg hebben
  • Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot lichamelijke- en geestelijke afhankelijkheid > verslaving

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is dan teveel?
Meisjes meer dan 2 glazen alcohol in 2 uur

 
Jongens 5 glazen alcohol in 2 uur

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Alcohol; soft- of harddrug?
Wat vind jij? Beargumenteer je antwoord
timer
1:00

Slide 11 - Open question

Gevolgen overmatig alcoholgebruik en werk

Problematisch of riskant alcoholgebruik heeft gevolgen voor de werkgever: onveilige situaties, reputatieschade, en extra kosten. 
Alcoholproblematiek is een belangrijke oorzaak van productiviteitsverlies: mensen die riskant drinken verzuimen vaker en doen hun werk minder snel of minder goed.

Slide 12 - Slide

Combinatiegebruik
Het combineren van alcohol met andere drugs kan tot onvoorspelbare effecten leiden. Soms zal het de effecten van drugs versterken, soms zal het de effecten juist afvlakken, waardoor de gebruiker misschien nog meer drugs neemt.
  • Sommige drugs versterken de versuffende werking van alcohol. Dan word je dus nog suffer en dat kan gevaarlijk zijn. De combinatie GHB met alcohol is hier een voorbeeld van. De kans om bewusteloos te raken neemt sterk toe en de kans op overdosis vergroot.
  • Stimulerende drugs, zoals cocaïne en speed, verhogen juist het alcoholgebruik omdat men zich niet dronken voelt door de combinatie.
  • Verhoogde kans op psychosen, angst en agressie
  • De kans op uitdroging of een overdosis drugs of alcohol neemt toe.
  • De kater is vaak heftiger na combinatiegebruik.

Slide 13 - Slide

Drugs, roken en alcohol
De afgelopen lessen hebben we het over deze onderwerpen gehad. Drugs, roken en/of alcohol kunnen allen leiden tot een verslaving. 

Slide 14 - Slide

Wanneer ben je verslaafd?
Bij een verslaving heb je geen controle meer over je gebruik. Er is sprake van een (beginnende) verslaving als je:

  • vaak meer gebruikt dan je van plan was;
  • niet kunt stoppen;
  • een groot deel van de dag bezig bent met gebruik of er heel veel aan denkt.

Als je al heel lang ernstig verslaafd bent, heb je vaak problemen op veel gebieden: schulden, geen werk, geen vrienden, geen contact meer met familie, slechte gezondheid, eenzaamheid, verwaarlozing, (dreigende) dakloosheid, enzovoorts. Het heeft dan weinig zin om alleen de verslaving zelf te behandelen.

Slide 15 - Slide

Welke andere verslavingen zijn er nog meer naast drugs, roken en alcohol?

Slide 16 - Mind map

Meest voorkomende verslavingen
  • Alcoholverslaving
  • Cocaïneverslaving
  • Drugsverslaving
  • Gameverslaving
  • GHB-verslaving
  • Gokverslaving
  • Internetverslaving of computerverslaving
  • Medicijnverslaving
  • Waterpijp roken
  • Wietverslaving

Slide 17 - Slide

Hoe raak je verslaafd?
Mensen raken niet zomaar verslaafd. Of je verslaafd raakt, hangt af van:

  • jouw eigenschappen: wie je bent en wat je hebt meegemaakt;
  • jouw omgeving;
  • de eigenschappen van het middel en de manier hoe je het middel gebruikt.
Bijvoorbeeld: als jij heel veel problemen hebt in je leven en je daar moeilijk mee om kunt gaan, én jouw omgeving helpt jou niet maar gebruikt zelf ook drugs, én het middel dat jij gaat gebruiken is heel verslavend, dan is de kans groter dat je verslaafd raakt.

Slide 18 - Slide