2M-thema 1-verbranding en ademhaling-herhaling

Welkom bij Biologie
Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
Ga zitten op je stoel
Oortjes doe je uit
Je jas doe je uit
Pak je boek, schrift + pen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Biologie
Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
Ga zitten op je stoel
Oortjes doe je uit
Je jas doe je uit
Pak je boek, schrift + pen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk - ZS
Je werkt zelfstandig met je laptop en doet de oefeningen

De eerste 10 min werk je Zelfstandig.
Na 10 min kan je met je direct buurman /vrouw  zachtjes overleggen , dus fluisteren (ZF)

Klaar?
dan kan je de volgende doen:
1. Samenvatting maken
2. Test je zelf
3. Flitskaarten
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1.1. Stofwisseling
  •  Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

In de cellen van welk(e) organisme(n) vindt stofwisseling plaats?
A
Alleen bij planten
B
Alleen bij dieren
C
Bij planten en dieren
D
Geen van deze organismen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar gebeurt de fotosynthese?
Fotosynthese
1
2
3
4
5

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Een levenskenmerk van een organisme is stofwisseling.
Wat hoort er niet bij stofwisseling?
A
ademhalen
B
voeden
C
uitscheiden
D
reageren op prikkels

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

+
+
Hieronder zie je een schema van de fotosynthese. 
Zet de woorden op de juiste plek.
Glucose
Water
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zonlicht

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

1.2. Verbranding
  •  Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.
  • Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
B
koolstofdioxide + water =-> glucose + zuurstof + energie
C
koolstofdioxide + glucose + energie -> zuurstof + water
D
glucose + water + energie -> koolstofdioxide + zuurstof

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle levende organismen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat heb je nodig voor de verbranding en wat komt vrij bij verbranding?
A
Nodig: Water Komt vrij: energie
B
Nodig: zuurstof Komt vrij: energie
C
Nodig: Brandstof Komt vrij: Zuurstof
D
Nodig: koolstofdioxide Komt vrij: energie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

1.3. Het ademhalingsstelsel
  •  Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sleep de nummers naar de juiste namen
keelholte
Long
luchtpijp
Neusholte
strottehoofd
2
1
4
3
5

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

wat zijn functies van het ademhalingsstelsel?
A
zuurstof/koolstofdioxide uitwisseling
B
zuurstof/koolstofdioxide uitwisseling en ruiken.
C
zuurstof/koolstofdioxide uitwisseling en spreken.
D
zuurstof opname in het bloed

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de kleinste structuur in het ademhalingsstelsel?
A
Longblaasjes
B
Bronchiën
C
Kleine vertakkingen van de bronchiën
D
Luchtpijp

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Noem een reden waarom ademhalen door je neus gezonder is door je neus dan door je mond.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

waaruit bestaat een ademhalingsstelsel?
A
Neus, Keel& Mondholte
B
Hart
C
Bloedcirculatie
D
Huig

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort er niet bij je ademhalingsstelsel?
A
neusholte
B
slokdarm
C
longblaasjes
D
bronchiën

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions


Bloedvat
Slijmlaag
Slijmproduce
rende cel

Trilhaarcel

Trilharen

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions

Welk nummer is de luchtpijp?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Neusholte
Keelholte
Luchtpijp
Luchtpijptakken
Luchtpijptakje
Longblaasjes
Middenrif

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions


verslikken

Tijdens het slikken, 
sluit de huig.

Lucht in de 
luchtpijp

Tijdens het slikken, 
sluit het strotklepje.

Lucht gaat langs de huig,
komt in de keelholte 

slikken, de huig is gesloten

de cola 'komt je neus uit' :)

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

luchtpijptakje
neusholte
keelholte
luchtpijp
longblaasje
luchtpijptak

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Slide 26 - Link

This item has no instructions

1.4. Ademhalen
  •  Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Bloed dat naar de longblaasjes toe stroomt is.....
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk
C
Blauw van kleur
D
Rood van kleur

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De longblaasjes zijn..
A
Groot met een dikke wand
B
Klein met een dikke wand
C
Klein met een dunne wand
D
Groot met een dunne wand

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komt de lucht in de longblaasjes?
A
Via de neus en de mond
B
Via de neus en bronchiën
C
Via de neus en luchtpijp
D
Via neus, mond, luchtpijp en bronchiën

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

In de longblaasjes wordt ...
A
zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven
B
koolstofdioxide opgenomen en zuurstof afgegeven
C
Glucose opgenomen en koolstofdioxide afgegeven
D
zuurstof opgenomen en glucose afgegeven

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van het ademhalingsstelsel?
A
O2 opnemen in je bloed en CO2 uitscheiden
B
o.a. voedingsstoffen en O2 vervoeren
C
samenwerking van de organen
D
verwijderen van afvalstoffen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Slide 33 - Link

This item has no instructions

Slide 34 - Link

This item has no instructions

Slide 35 - Link

This item has no instructions

Gezonde longen
Ongezonde longen
Roker
Sporter
Ademhalingsproblemen
Geen problemen

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Leefstijl
Genotsmiddelen
Lichamelijk afhankelijk
Geesetelijk afhankelijk
Nicotine
al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, (school) werk, bewegen en ontspannen.
Mensen gebruiken genotmiddelen om zich beter te voelen, ze krijgen er een lekker gevoel van.
Je lichaam heeft het genotmiddel nodig om te kunnen functioneren
Je hebt het gevoel dat je niet zonder het genotmiddel kunt
Een verslavende stof

Slide 37 - Drag question

Advance organizer Begrippen
                                   is de stof in sigaretten die ervoor zorgt dat mensen verslaafd raken aan roken. 

                                   in tabaksrook beschadigt de binnenkant van de luchtwegen. 

Als je                                     inademt, wordt het opgenomen in je bloed. Daardoor is er in het bloed minder plaats voor zuurstof. 
Koolstofmonoxide
Nicotine
Teer

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Wat betekent ventilatie?
A
verversen van lucht
B
inademen
C
uitademen

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderwerp is nog lastig voor jou?
1.1.Fotosynthese
1.2.Verbranding
1.3.Onderdelen ademhalingsstelsel
1.4.De werking van longblaasjes
1.4.Manieren van ademhalen
1.5.Gezonde luchtwegen

Slide 40 - Poll

This item has no instructions