voortplantingsstelsel Man

cursus 6 GW
het voortplantingsstelsel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

cursus 6 GW
het voortplantingsstelsel

Slide 1 - Slide

doel van deze les
- De meest voorkomende vormen van voortplanting beschrijven
- De verschillende onderdelen van het mannelijk voorplantingsstelsel benoemen. En situeren

Slide 2 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting levert bij organismen een nakomeling op met hetzelfde genetisch materiaal als de ouder. Ongeslachtelijke voortplanting vereist dus geen seks.

Slide 3 - Slide

geslachtelijk voorplanting

Slide 4 - Slide

ongeslachtelijke voortplanting
geslachtelijke voortplanting
een grotere genetische variatie en zijn beter gewapend tegen milieuveranderingen. 
kost meer energie en gaat traag
weinig energie en snel
geen genetische variatie dus geen aanpassingen aan tegen milieuveranderingen

Slide 5 - Drag question

Hoe kunnen ééncellige schimmels (gisten) zich voortplanten?
A
Geslachtelijk
B
Ongeslachtelijk
C
Geslachtelijk en ongeslachtelijk
D
Niet

Slide 6 - Quiz

Haploid:
1n of 2n?
A
1n
B
2n

Slide 7 - Quiz

welke uitspraak is juist?
A
Diploïd betekent dat een cel beide chromosomen van een chromosomenpaar bevat.
B
Diploïd betekent dat een cel een chromosomen van een chromosomenpaar bevat.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Bij organismen die zich uitwendig voortplanten is het aantal geproduceerde eicellen en zaadcellen overwegend veel groter als bij organismen die zich door inwendige bevruchting voortplanten.
Waarom?

Slide 10 - Open question

bevruchting eicel
Ook de ontwikkeling van de bevruchte eicel kan zowel inwendig of uitwendig gebeuren. Bij de meeste zoogdieren gebeurt de ontwikkeling inwendig maar er zijn uitzondering. Zoals de in Australië voorkomende ei leggende miereneters.

Slide 11 - Slide

het mannelijk voortplantingsstelsel

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Penis, eikel, zaadleider, balzak (scrotum), zwellichamen, liesband, testis, zaadblaasje, bijbal, schaambeen, uitvoermonding van de zaadleider in de urethra, prostaat, blaas 

Slide 14 - Slide

1= penis                    2= eikel                                    3= balzak (scrotum)
4= testis                    5= bijbal                                 6= zaadleider
7= schaambeen    8= zwellichamen
9= uitvoermonding van de zaadleider in de urethra
10= zaadblaasje    11= prostaat                          12= blaas
13= liesband

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

bloedvaten, septum (tussenschot), urethra, zwellichamen, huid en bindweefsel, bindweefsel, zenuwen

Slide 17 - Slide

1 zenuwen
2 bloedvaten
3 zwellichamen
4 huid en bindweefsel
5 bindweefsel
6 septum (tussenschot)
7 urethra

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Teelbaltussenschot, teelballobje, zaadleider, bijbal, zaadbuisje, afvoergangetjes, teelbalnetwerk, bindweefselkap, bijbalgang

Slide 20 - Slide

1= zaadleider                                2= afvoergangetjes
3= teelbalnetwerk                     4= bijbal
5= bindweefselkap                   6= teelbaltussenschot
8= teelballobje                            9= zaadbuisje
10=bijbalgang

Slide 21 - Slide