H2 bs 3 aanpassingen van dieren

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Poten van vogels

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

2.4 aanpassingen aan planten
begrippen kennen
welke aanpassingen er zijn bij planten bij:
Kou, vochtige omgeving, droge omgeving, weinig of veel licht

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Teenganger
Zoolganger
Topganger

Slide 12 - Drag question

Poten die een tak stevig vast kunnen pakken
Poten met scherpe klauwen
Poten met zwemvliezen
Poten voor ondiep water en weilanden
Zangvogel
Watervogel
Steltloper
Roofvogel

Slide 13 - Drag question

haaksnavel
zeefsnavel
pincetsnavel
kegelsnavel
Sleep de afbeelding van de soort snavel en het soort voedsel naar het juiste hokje.

Slide 14 - Drag question

Hoe ademen vissen?
A
door longen
B
door kieuwen

Slide 15 - Quiz

Hoe heeft de poolvos zich aangepast aan zijn omgeving?
A
kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
hij kan heel erg goed sluipen
C
zachte vacht zorgt voor warmte
D
kleine oren daardoor minder verlies van warmte

Slide 16 - Quiz

Waarom hebben olifanten zulke stevige poten?
A
kunnen ze harder rennen
B
kunnen ze beter trappen
C
om hun zware skelet te kunnen dragen

Slide 17 - Quiz

Hoe komt het dat dieren in het water zo ontzettend groot kunnen zijn?
A
ze hebben veel te eten
B
het water draagt hen
C
ze hebben hele grote botten

Slide 18 - Quiz