What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voortplanting basis quiz
BASIS Voortplanting
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
BASIS Voortplanting
Slide 1 - Slide
Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte al zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Geen van alle
Slide 2 - Quiz
Lichaamsbeharing, brede heupen, borstgroei en een lagere stem zijn voorbeelden van
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en Secundaire gesalchtskenmerken
D
Geen van alle
Slide 3 - Quiz
De periode waarin alle lichamelijke veranderingen plaatsvinden noem je...........
A
De groeispurt
B
De groeitijd
C
De puberteit
D
De volwassenheid
Slide 4 - Quiz
Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
In de zaadblaasjes
B
In de baarmoeder
C
In de teelballen
D
In de bijballen
Slide 5 - Quiz
Eicellen kunnen zich voortbewegen door een zweepstaart.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Aids tast het afweersysteem van de besmette persoon aan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Hoe noem je een bevruchte eicel of ongeboren kind ook wel?
A
Chlamydia
B
Baby
C
Embryo
D
AIDS
Slide 8 - Quiz
Waar staat SOA voor?
A
Seksueel OverActief
B
Seksueel Overdraagbare Aandoening
C
Seksuoloog Over Aandoeningen
Slide 9 - Quiz
Wat gebeurt er met de eicel als deze niet wordt bevrucht?
A
Gaat dood
B
Nestelt zich in de baarmoeder
C
Wordt opgeslagen
D
Gaat delen
Slide 10 - Quiz
Welk voorbehoedsmiddel beschermt ook tegen soa's?
A
Condoom
B
De pil
C
Morning-after pil
D
Fun condoom
Slide 11 - Quiz
Wat komt er tijdens de menstruatie naar buiten?
A
Alleen bloed
B
Alleen slijmvlies
C
Slijmvlies en bloed
D
Bloed, slijmvlies en de eicel
Slide 12 - Quiz
Periodieke onthouding is een betrouwbaar voorbehoedmiddel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Als een jongen de penis uit de vagina trekt voordat hij een zaadlozing krijgt, kan het meisje toch zwanger raken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
voorbeelden van voorbehoedsmiddelen zijn
A
de pil en morning-afterpil
B
de pil en condoom
C
abortus en abortuspil
D
spiraal en periodieke onthouding
Slide 15 - Quiz
Beschermt de pil tegen soa's ?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Vindt er bij een zwangere vrouw nog menstruatie plaats?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Kan een meisje door het voorvocht zwanger raken?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet
Slide 18 - Quiz
Welk voorbehoedsmiddel zorgt ervoor dat er bij de ovulatie geen eicel vrijkomt?
A
Condoom
B
De pil
C
Abortus
Slide 19 - Quiz
Met HIV en Chlamydia kun je besmet zijn zonder dat je het weet.
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
Van zoenen, niezen en hoesten kun je het Aids-virus oplopen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Na hoeveel weken mag geen abortus meer worden uitgevoerd in Nederland?
A
vanaf 24 weken
B
vanaf 3 weken
C
vanaf 39 weken
D
vanaf 1 week
Slide 22 - Quiz
Wanneer is een persoon seropositief?
A
Iemand die besmet is maar niet ziek
B
Iemand die chlamydia heeft
C
Als hij ziekteverschijnselen heeft
Slide 23 - Quiz
Hoelang kunnen zaadcellen in leven blijven?
A
4 uurtjes
B
7 dagen
C
3 dagen
D
10 uurtjes
Slide 24 - Quiz
Wat zijn de juiste volgorde van 3 stappen van een bevalling
A
ontsluiting, nageboorte en weeën
B
ontsluiting, uitdrijving en weeën
C
weeën, ontsluiting, nageboorte
D
ontsluiting, uitdrijving en nageboorte
Slide 25 - Quiz
Wat gebeurt er met het baarmoederslijmvlies als er een bevruchting plaatsvindt?
A
Laat los
B
Blijft dik
C
Wordt dunner
Slide 26 - Quiz
Op welke dag vindt de eisprong plaats?
A
op de 14e dag
B
op de 7e dag
C
op de 3e dag
D
op de 15e dag
Slide 27 - Quiz
Voorbehoedsmiddelen zijn:
A
middelen die een vrouw laten menstrueren
B
middelen die voor de gezondheid ingenomen worden/ beter worden
C
middelen die een zwangerschap tegen gaan
D
middelen die helpen dat een vrouw zwanger wordt.
Slide 28 - Quiz
Leg uit hoe je zwanger kan worden via voorvocht.
Slide 29 - Open question
de baby groeit in
de baby drijft in
de placenta noem je ook wel
de moederkoek
de baarmoeder
het vruchtwater
Slide 30 - Drag question
Uit welk orgaan krijgt het ongeboren kind in de eerste weken voeding?
A
Placenta
B
Navelstreng
C
Moederkoek
D
Baarmoederslijmvlies
Slide 31 - Quiz
Waarvoor zorgt de moederkoek?
Slide 32 - Open question
Hoelang duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
Ongeveer 7 dagen
B
Ongeveer 28 dagen
C
Ongeveer 60 dagen
D
Ongeveer 4 dagen
Slide 33 - Quiz
Primaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Waar bestaat sperma uit?
A
Zaadcellen
B
Vocht en voedingsstoffen
C
Zaadcellen, vocht, voedingssoffen
D
zaadcellen en vocht
Slide 35 - Quiz
Hoe noem je het vrijkomen van een eicel uit de eierstok?
A
Orgasme
B
Ovulatie
C
Zaadlozing
D
Masturbatie
Slide 36 - Quiz
In welk vrouwelijke deel komt het sperma als eerst terecht bij en zaadlozing?
A
in de vagina
B
in de prostaat
C
in de baarmoeder
D
in de zaadblaasjes
Slide 37 - Quiz
Waar vindt er bevruchting plaats?
A
In de baarmoeder
B
In de vagina
C
in de urinebuis
D
in de eileider
Slide 38 - Quiz
Hoe noem je het samensmelten van de kern van een eicel met die van een zaadcel?
A
Ovulatie
B
Bevruchting
C
Innesteling
D
Eisprong
Slide 39 - Quiz
Wat is de functie van de eikel?
A
zorgt voor seksuele opwinding
B
zorgt voor het groter en stijver worden van de penis
C
zorgt voor de aanmaak van zaadcellen
D
zorgt voor het toevoegen van vocht aan sperma
Slide 40 - Quiz
Bij een zaadlozing komt het sperma uit de urinebuis.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 41 - Quiz
Wanneer begint het maken van zaadcellen bij mannen?
A
Vanaf de geboorte
B
Vanaf de puberteit
C
Pas vanaf 18 jaar
D
voor de geboorte
Slide 42 - Quiz
Vrouwen hebben vanaf de geboorte al eicellen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 43 - Quiz
Door prikkeling van de clitoris kan een vrouw een .........krijgen
A
Menstruatie
B
Ovulatie
C
Orgasme
D
Innesteling
Slide 44 - Quiz
Waar worden eicellen gemaakt?
A
In de eierstokken
B
In de vagina
C
In de baarmoeder
D
In de eileider
Slide 45 - Quiz
Wanneer een man seksueel opgewonden is vullen de ...........zich met bloed en krijgt hij een erectie.
A
Balzakken
B
Zwellichamen
C
Teelballen
Slide 46 - Quiz
Een ander woord voor eisprong is ovulatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 47 - Quiz
Wat voegen de zaadblaasje toe aan het sperma?
A
Alleen vocht
B
Vocht en voedingsstoffen
C
Alleen voedingsstoffen
D
Alleen zaadcellen
Slide 48 - Quiz
More lessons like this
Thema 4 les 7 pil en condoom
February 2021
- Lesson with
26 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Voorbereiding toets H4 voortplanting
June 2023
- Lesson with
41 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Thema 4 les 7 pil en condoom
February 2021
- Lesson with
32 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
oefenvragen 2021
June 2021
- Lesson with
43 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
H11: voortplanting (herhaling 1 - 3)
October 2020
- Lesson with
48 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Voortplanting
May 2023
- Lesson with
27 slides
Biologie
Basisschool
Groep 8
11.3 Zwanger worden-ARB
April 2023
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Bevruchting / zwanger worden
May 2023
- Lesson with
26 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2