Examen schrijven & lezen/luisteren - les 6

Examenvoorbereiding 
Nederlands 

Schrijven
Lezen/luisteren
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examenvoorbereiding 
Nederlands 

Schrijven
Lezen/luisteren

Slide 1 - Slide

Nederlands
Lezen/luisteren:
Start oefenexamen le/lui
- onderdeel luisteren

Schrijven:
Betoog bespreken


Slide 2 - Slide

Berekening diplomacijfer Nederlands
lezen en luisteren (COE) 
50%
spreken
gesprekken schrijven
50%
+
: 2

Slide 3 - Slide

* Niveau 3F (havo/mbo niveau 4)
* Lezen/luisteren
* Schrijven
* Spreken/gesprekken
* #OO Examinering 2019-2020 Herman Brood Academie;
* Examenbureau

Slide 4 - Slide

Lezen/luisteren

Slide 5 - Slide

Oefenexamen le/lui
Examencoach Nederlands
3F - oefenexamen versie 1

Start met het onderdeel lezen



Dit doe je voor jezelf.
Zie dit als een echt examen.

Slide 6 - Slide

Schrijfvaardigheid

Slide 7 - Slide

Schrijfvaardigheid 3F
Zakelijke e-mail
Betoog
Een mail schrijven over een onderwerp dat gegeven wordt.
Je schrijft de mail naar een bepaalde organisatie.

Een betoog is een artikel waarin je de lezer van je standpunt overtuigt door een of meer geldige argumenten voor het standpunt te geven. Je kunt in een betoog ook een tegenargument noemen en ontkrachten.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Inleiding
- onderwerp introduceren
- aandacht lezer trekken
- benoemen stelling en standpunt
Kernalinea 1
Argument 1 uitwerken 
'ten eerste', 'allereerst' 
Kernalinea 2
Argument 2 uitwerken
'ten tweede', 'daarnaast', 'bovendien'
Kernalinea 3
Tegenargument uitwerken en direct weerleggen door goede ontkrachting
Slot
Conclusie geven
'dus', 'kortom'
Opbouw betoog

Slide 12 - Slide

Titel
Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst. 

               Daarom is het vaak makkelijker om je titel pas aan het eind te verzinnen!

Slide 13 - Slide

INLEIDING
  1. - Stel een of meer directe vragen / retorische vraag
  2. - Uitdagende openingszin
  3. - Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
  4. - Anekdote
  5. - Persoonlijke ervaring
  6. - Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
  7. - Eindigen met je stelling
Begin hier niet direct mee.
Start eerst met de kern, dan de inleiding en uiteindelijk het slot.

Slide 14 - Slide

Weerlegging

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.

                                                                      Voorbeeld:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 15 - Slide

SLOT
  • Herhaling van de stelling
  • Samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
  • Conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
  • Aanbeveling of advies (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
  • Toekomstverwachting


  1. Je mag ook een combinatie maken!
  2. Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie

Slide 16 - Slide

SLOT (vervolg)
Je kunt kiezen voor een 'uitsmijter' als laatste zin, zodat jouw tekst beter blijft hangen bij de lezer.
Doe dit alleen als je zin ook echt geschikt is, dus ergens op slaat!

Slide 17 - Slide

Even samenvatten
  • een betoog heeft als tekstdoel overtuigen
  • een betoog schrijf je naar aanleiding van een stelling
  • een stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen    
  • je gebruikt in een betoog argumenten(redenen) om je mening duidelijk te maken

Slide 18 - Slide

Opbouw van een betoog
- Besteed tijd aan je titel! Verzin deze op het allerlaatst.
  1. Inleiding met stelling
  2. Kern met argumentatie
    - Minimaal twee argumenten voor
    - Minimaal een argument tegen
    - Weerlegging van het tegenargument
  3. Slot

Slide 19 - Slide

Betoog

  • Stelling gekozen
  • Schrijfplan gemaakt
  • Betoog geschreven
  • Controleformulier invullen
Je gaat je betoog controleren a.d.h.v. het controleformulier. 

Doe dit in tweetallen.
  • Lees elkaars betoog.
  • Controleer dit samen met het controleformulier.
  • Wat kun je de volgende keer verbeteren? Waar moet je op letten?

Slide 20 - Slide