BEDRIJVENDE EN LIJDENDE
This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat, moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.
Als je een bedrijvende zin in de voltooide tijd omzet in een lijdende zin, moet je het hulpwerkwoord zijn gebruiken.
De tijd van de zin moet hetzelfde blijven!
Jara laat de hond uit
Wat is het onderwerp? Jara
Jara doet iets-> ze laat de hond uit
Als het ONDERWERP de handeling verricht van het WG noem je de zin BEDRIJVEND of ACTIEF.
De man heeft de computer gekocht. (v.t.t.)
De computer is door de man gekocht. (v.t.t.)
De man zal de computer kopen. (o.t.t.t.)
De man zou de computer gekocht hebben. (v.v.t.t.)
De computer zal door de man gekocht worden. (o.t.t.t.)
De computer zou door de man gekocht zijn. (v.v.t.t.)