Korte herhaling cijfers

1 / 12

Slide 1: Slide

SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?

- Herhalen cijfers tm. 1000

- Toets vocabulaire A1E1, A1E2 & A1E3

Slide 2 - Slide

Los números de 20 a 100

Wie weet de tientallen nog?

10, 20, 30, 40, 50, 60, 70 , 80, 90?

Slide 3 - Slide

Hoe zeg je in het Spaans:
82

Slide 4 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
94

Slide 5 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
31

Slide 6 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
57

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1000

Cien

Doscientos

Trescientos

Cuatrocientos

Quinientos

Seiscientos

Setecientos

Ochocientos

Novecientos

Mil

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Atención:

100 = CIEN

101 = CIENTO y uno

146 = CIENTO cuarenta y seis

Slide 12 - Slide

Korte herhaling cijfers

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

More lessons like this

Unidad 3 En la recepcioón - Parte 4

Capítulo 5: Los Números 0-1000 + Vocabulario + zinnen

Los Números 0-100

HS 5 Bron H & J: Los números 0-1000 + vocabulario + zinnen + toekomende tijd

Unidad 3 En la recepción - Parte 3

Los Números 0-1000

KD Spaans examentraining GV

Clase 13 Unidad 1C2 Punto de recarga. Vocabulario