Thema Wonen (+ luisteren)

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

timer
1:00
Bedenk 3 woorden.

Slide 3 - Slide

Mijn huis

Slide 4 - Slide

mijn huis
  • Ik woon met mijn familie in een dorp.
  • Wij wonen op nummer 14.
  • Mijn huis is pas gebouwd. 
  • Wij hebben 3 slaapkamers.
  • Op het dak is een dakkapel.
  • Achter het huis is een grote tuin.
  • Wij hebben ook zonnepanelen op het dak.
  • De stoep is voor het huis.
  • Er mogen geen auto's rijden.
  • Dat vind ik heel fijn.

Slide 5 - Slide

het huis
Werkwoord
geen werkwoord
eten
slapen
de tuin
het dak
regenen
het raam
de deur

Slide 6 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 7 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 8 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 9 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 10 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 11 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 12 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 13 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 14 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 15 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 16 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 17 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 18 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 19 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 20 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 21 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 22 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 23 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 24 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 25 - Drag question

Van wie is dit huis? 

Slide 26 - Drag question

En waar woon jij?
In een groot huis? In een stad?

Slide 27 - Open question

Woordenschat
  1. Maak de quiz in Wordwall 
  2. Schrijf de woorden op die je niet weet.

Klaar??
Maak een gatentekst,  met de huis-woorden

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link