This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Welkom bij Natuur & Zorg (NZ)
Infectieziekten
&
Alcohol
Slide 1 - Slide
Planning voor vandaag
- Infectieziekten
- Maken opdrachten paragraaf 1.1 & 1.2
- Alcohol
- Einde van de les en Plenda invullen
Slide 2 - Slide
Pak je laptop erbij
Ga naar www.lessonup.com
Voer de code in:
Daarna kom je in de les terecht.
Slide 3 - Slide
Thema 1: Je gezondheid
- Gezondheid en ziekte (week 1)
- Infectieziekten (week 1)
- Alcohol (week 2)
- Roken (week 2)
- Drugs (week 3)
- Wetten, regels en hulp (week 3)
- Zorgen (week 4) - Professionele zorg (week 4)
Slide 4 - Slide
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 5 - Mind map
Infectieziekten
Slide 6 - Slide
leerdoelen vandaag (1.2)
Aan het einde van de les:
- kan je aangeven wat infectieziekten zijn en waardoor ze worden veroorzaakt
- kan je aangeven hoe ziekteverwekkers in je lichaam komen en hoe je de kans op infectieziekten verkleint
- kan je aangeven hoe het lichaam zichzelf beschermt tegen infectieziekten
- je kan aangeven hoe immuniteit ontstaat en welke soorten immuniteit er zijn
Slide 7 - Slide
1.2 Infectieziekten
infectiezieken: ziekten waarmee je anderen kunt besmetten
De ziekteverwekkers komen uit je omgeving.
Voorbeelden van ziekteverwekkers:
- virussen
- bacterien
- schimmels
Slide 8 - Slide
Corona is een voorbeeld van een?
A
Bacterie
B
Virus
C
Parasiet
D
Schimmel
Slide 9 - Quiz
Kinkhoest is een voorbeeld van een?
A
Bacterie
B
Virus
C
Parasiet
D
Schimmel
Slide 10 - Quiz
Verkoudheid is een voorbeeld van een?
A
Bacterie
B
Virus
C
Parasiet
D
Schimmel
Slide 11 - Quiz
Bacterie en virus
Besmet worden betekend dat ziekteverwekkers in je lichaam komen.
Ziekteverwekkers zijn bacteriën en virussen.
Ze worden meer door te delen.
Slide 12 - Slide
Schimmels
Ook ziekteverwekkend
Bijvoorbeeld: zwemmerseczeem (voetschimmel)
Vochtig en warme plekken (zwembad)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Virussen zijn kleiner dan bacteriën.
Een virus kun je alleen zien met een speciale microscoop.
Virussen delen in een cel.
Bacteriën kunnen goed of slecht zijn.
Bestaan uit één cel, maar kunnen meer worden doordat ze delen.
Kun je met het oog zien.
Slide 15 - Slide
Hoe komen ziekteverwekkers in je lichaam?
Slide 16 - Open question
Hoe komen ze in je lichaam?
Eten & drinken Inademen lucht Vrijen Besmette naald
Slide 17 - Slide
1.2 Infectieziekten
Bij een infectie dringen ziekteverwekkers je lichaam binnen.
Vervolgens delen ze zich en veroorzaken ze een ontsteking.
Eerst ben je nog niet ziek (heb je nog geen ziekteverschijnselen), maar dan kan je al wel andere mensen besmetten!!
Na een poosje wordt je ziek.
Slide 18 - Slide
1.2 Infectieziekten
Ziekteverwekkers kunnen op verschillende manieren in je lichaam komen:
- eten en drinken
- ingeademde lucht
- vrijen (onveilige seks)
- besmette naalden
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
1.2 Infectieziekten
Je kan een infectie voorkomen door een goede hygiene:
- lichaam
- kleding
- omgeving
- voedsel
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
1.2 Infectieziekten
Stoffen die niet in je lichaam thuishoren noem je lichaamsvreemde stoffen.
Bij een infectie komen lichaamsvreemde stoffen in je lichaam.
Witte bloedcellen zijn belangrijk bij het bestrijden van infecties. Witte bloedcellen zijn onderdelen van het bloed.
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Afsluitend:
Slide 25 - Slide
1.2 Infectieziekten
Sommige witte bloedcellen maken antistoffen tegen ziekteverwekkers.
De ziekteverwekkers bevatten lichaamsvreemde eiwitten. Het afweersysteem van je lichaam herkent deze eiwitten.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
1.2 Infectieziekten
Ziekteverwekkers bevatten verschillende lichaamsvreemde stoffen.
Elk soort antistof werkt maar tegen één soort ziekteverwekker
Antistoffen blijven langere tijd in je bloed. Ook onthouden de witte bloedcellen hoe een antistof moet worden gemaakt. De antistof wordt meteen gemaakt bij een volgende besmetting met dezelfde ziekteverwekker. Je wordt niet ziek. Je bent immuun voor de ziekte.
Slide 28 - Slide
1.2 Infectieziekten
Er bestaan 2 soorten immuniteit:
- natuurlijke immuniteit: iemand is eerst ziek geweest door een bepaalde ziekte
Slide 29 - Slide
1.2 Infectieziekten
Er bestaan 2 soorten immuniteit:
- kunstmatige immuniteit: door vaccinatie (inenting)
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Preventie ziekten
Preventie ?
Voorkom besmetting door hygiëne:
Je lichaam schoon houden
Je huis en je kleren schoon houden
Schoon werken als je voedsel klaar maakt
Slide 32 - Slide
Pak je laptop erbij
Maken opdracht 11 t/m 19 van paragraaf 2, infectieziekten
Klaar? Start maken met paragraaf 3, alcohol
Slide 33 - Slide
Volgende week:
Alcohol
&
Roken
Vergeet je laptop niet voor deze les.
Huiswerk: paragraaf 1 & 2 opdrachten gemaakt.
Slide 34 - Slide
Corona virus
- Hoe is het corona virus ontstaan?
- Hoe raken anderen besmet door corona?
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Video
Preventie ziekten
Preventie ?
Voorkom besmetting door hygiëne:
Je lichaam schoon houden
Je huis en je kleren schoon houden
Schoon werken als je voedsel klaar maakt
Slide 37 - Slide
Casus
Als je verkouden bent zitten virussen in je lichaam. Die kunnen door gegeven worden door je adem, hoest of doordat je niest. Het virus kruipt in de cel en wordt daar de baas. Tot dat de cel open barst. Dan verspreiden de vermeerderde virussen naar andere cellen en worden daar ook weer de baas. Wat voor stof maakt je lichaam om deze virussen tegen te gaan? En door welke soort cellen?
Slide 38 - Slide
Parasieten
Virus/ organisme die in leven blijft met behulp van iemand anders.
Bijvoorbeeld: luizen, vlooien, teken.
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Video
Inenten
1. Wie wordt er binnenkort ingeënt tegen meningokokken? (Bacterie)
2. Wat spuiten ze in je lichaam als je word ingeënt voor de Meningokken?
Slide 41 - Slide
Inenting
Bijna alle kinderen in Nederland worden ingeënt
Als baby al de DKTP- prik
Tijdens het inenten krijg je verzwakte ziekteverwekkers in je lichaam gespoten
Je word een beetje ziek en maakt afweerstoffen
Slide 42 - Slide
DKTP-prik
Difterie: bacterië die je ziek maakt. Begint in de keel (benauwd). Maar kan uitbreiden in je lichaam waardoor je ook zweren krijgt op je huid.
Kinkhoest:infectie in luchtwegen door bacteriën. Die geeft gif af waardoor je hoestbuien krijgt.
Slide 43 - Slide
DKTP-prik
Tetanus:via een wond komt het je lichaam binnen door vuil. De bacterie maakt gif waardoor je spierkrampen krijgt.
Polio:infectie door polio virus. Hierdoor ontstaan verlammingen doordat zenuwen worden aangevallen. Bijv. niet meer lopen.
Slide 44 - Slide
BMR-prik en DTP-prik
Na jaren wordt DKTP-prik een DTP-prik. Kinkhoest wordt eruit gehaald. Ook kwam de BMR- prik erbij:
1. Bof: ontsteking speeksel klier bij oor 2. Mazelen: rode vlekken, koorts, ontstekingen 3. Rodehond: huiduitslag
Slide 45 - Slide
BMR-prik
BOF RODEHOND MAZELEN
Slide 46 - Slide
MINDMAP
Maak een mindmap van paragraaf 1 en 2. Verwerk hier de dikgedrukte woorden en maak een overzicht.
LET OP! Je krijg hier punten voor op je toets.
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Slide
Pak je laptop erbij
Maken opdracht 11 t/m 16 van paragraaf 2, infectieziekten
Klaar? Verder met opdracht over gezond leven.
Slide 49 - Slide
Leerdoelen behaald?
Aan het einde van de les:
- kan je aangeven wat infectieziekten zijn en waardoor ze worden veroorzaakt
- kan je aangeven hoe ziekteverwekkers in je lichaam komen en hoe je de kans op infectieziekten verkleint
- kan je aangeven hoe het lichaam zichzelf beschermt tegen infectieziekten
- je kan aangeven hoe immuniteit ontstaat en welke soorten immuniteit er zijn