Licht op de Verlichting

Licht op de Verlichting
een nieuwe blik op de maatschappij
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Licht op de Verlichting
een nieuwe blik op de maatschappij

Slide 1 - Slide

1e Stand
2e Stand
3e Stand
geestelijken
adel
boeren en burgers
Betaalt belasting 
grootgrondbezitters
woont een groot deel van het jaar op paleis Versailles

Slide 2 - Drag question

Wetenschap 
Na de renaissance (waarin welgestelde mensen voor het eerst zelf gingen nadenken/onderzoeken) en de wetenschappelijke revolutie (waarin steeds meer instrumenten werden bedacht zoals de microscoop om onderzoek te verbeteren) is de wetenschap in de 18e eeuw enorm populair. Franse koningen hadden de beste wetenschappers in dienst om er voor te zorgen dat zij de meeste kennis (en daarmee macht) hadden

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Na de natuur ook de samenleving
Wetenschappers hebben in de loop van de eeuw steeds meer vertrouwd op hun verstand, de ratio. Nu de natuur zo goed onderzocht is, gaan ze ook de samenleving onderzoeken. De gebeurt op dezelfde manier, vertrouwend op hun gezonde verstand en niet op bijgeloof, de koning of de kerk. Dit noemt men de Verlichting 
met  je verstand de problemen in de samenleving proberen op te lossen

Slide 5 - Slide

Kritiek op de kerk
Erasmus en Luther verkondigden al dat het geloof terug moest naar haar basis: de Bijbel. Alleen dat wat in de Bijbel staat, heeft een gelovige nodig. 
Vanaf de 17e eeuw zijn steeds meer wetenschappers kritisch over de kerk. Er zijn zelfs wetenschappers die twijfelen aan God. Hoewel hier heel veel kritiek op komt!

Slide 6 - Slide

Waarom zouden Verlichters kritiek hebben op de kerk?

Slide 7 - Open question

Denken over God
De filosoof Spinoza gelooft dat God de wereld heeft gemaakt, maar daarmee ook de wetenschap. Door de wetenschap te leren kennen, leer je daarom God kennen. 
Voltaire gelooft ook dat de wereld is gemaakt door God en hij heeft ook gezorgd voor de natuurwetten die gelden in de wereld. Maar daarna heeft God zich niet meer bemoeit met de wereld en haar bewoners

Slide 8 - Slide

Wat is de overeenkomst tussen Spinoza en Voltaire? Ze vinden allebei dat:
A
God de wereld heeft gemaakt en bestuurt deze ook nu nog
B
God heeft de wereld gemaakt, maar heeft nu geen invloed meer
C
God heeft de wereld gemaakt en ook de geldende natuurwetten
D
God heeft alleen de wereld gemaakt

Slide 9 - Quiz

Denken over macht
Niet alleen het geloof, maar ook de manier waarop het land bestuurd wordt, wordt door de Verlichters onderzocht.
Want dat Droit Divin, kan dat wel verklaard worden met het gezonde verstand?!

Slide 10 - Slide

John Locke
Volgens Locke zijn alle mensen als gelijke geboren. Ze hebben allemaal dezelfde grondrechten zoals het recht op vrijheid en het recht op bezit.
De mensen hebben ervoor gekozen om een deel van hun vrijheid in te leveren aan een koning, zodat deze het volk kan besturen. Maar houdt hij geen rekening met de grondrechten van het volk, dan mag het volk de koning zijn macht afnemen. 

Slide 11 - Slide

Wat zou Locke hebben gevonden van het absolutisme?

Slide 12 - Open question

Montesquieu
Een alleenheerser (zoals een absoluut vorst) zal altijd misbruik maken van zijn macht; je kunt immers niet én wetten bedenken én zorgen dat ze goed worden uitgevoerd zonder soms een kleine uitzondering te maken (voor familie, vrienden etc).
Daarom bedenkt Montesquieu de Trias Politica, de driemachtenleer

Slide 13 - Slide

Trias Politica
Er zijn drie verschillende machten die gescheiden zouden moeten zijn:
  • wetgevende macht, die de wetten bedenkt
  • uitvoerende macht, die de wetten uitvoert
  • rechtsprekende macht, die controleert of het volk en de overheid zich aan de wetten houden

Slide 14 - Slide

Trias Politica in de praktijk
De trias politica wordt tegenwoordig als heel belangrijk beschouwd. Het bestuur in Nederland is dan ook volgens dit principe georganiseerd:
  • wetgevende macht,  de eerste en tweede kamer
  • uitvoerende macht, de ministers en hun ambtenaren
  • rechtsprekende macht, de rechters

Slide 15 - Slide