argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, vwo
• Leerjaar 2

Een overtuigende tekst

Doel: - je kan je mening/standpunt beschrijven

            - je kan je mening ondersteunen met argumenten

            - je kan voorbeelden geven bij de argumenten

Boek, theorie Schrijven H4: blz. 102/114

Mening en argumenten

Je mening begint met: Ik vind ....... / Volgens mij .......

Argumenten gebruik je om anderen te overtuigen van je mening.

Je argumenten beginnen met   ...., want ..... /  ....,   omdat .......

Signaalwoorden: vind, want, omdat etc.

Oefenen: gebruik de signaalwoorden voor je mening en argument in je antwoord.
Moeten we misschien iets minder vlees eten?

Je gaat naar een uitzending kijken van 'Zondag met Lubach'. 

Na het filmpje gaan we de argumenten bespreken. 

Welke argumenten geeft de media om minder vlees te eten?

Zijn deze argumenten waar?

1. ja
2. nee

Welke argumenten geeft Lubach om minder vlees te eten?

Zijn deze argumenten gebaseerd op feiten of is dit zijn eigen mening?

1. feiten
2. eigen mening

Standpunt - argument - signaalwoorden

Noteer je eigen mening over deze stelling op je blad.

Zoek  naar een nieuw argument(en) om je standpunt te onderbouwen.

Geef voorbeelden om je argument duidelijk te maken.

Huiswerk (opdracht in Teams)

1.  Lees op blz. 102/114(HA) de theorie.

2. Vul je bouwplan in met steekwoorden.

3. Schrijf je overtuigende tekst uit met: inleiding, middenstuk 

     en slot.

4. Bedenk een passende titel.

5. Lever het uiterlijk dinsdag 21 maart in in Teams.

6. Woensdag 22 maart krijg je feedback.