6.2 Nederland tussen 1900-1945 / 2022

Hoofdstuk 6

Nederland in de 20ste eeuw


1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6

Nederland in de 20ste eeuw


Slide 1 - Slide

P6.2 Nederland neutraal
Doel:
  • Op welke manier veranderde Nederland tussen 1900 en 1945?

Slide 2 - Slide

Deelvragen P6.2
  • Hoe streefden protestanten, katholieken, socialisten en vrouwen naar gelijke rechten?
  • Welke invloed had WO I op het neutrale Nederland?
  • Hoe ging de regering om met de crisis in de jaren 30? 

Slide 3 - Slide

Abraham Kuyper(protestant)

  • De ARP(eerste politieke partij)
  • Eigen krant
  • Eigen scholen
  • Vrije Universiteit

Slide 4 - Slide

Wij ook!
  • Katholieken en socialisten voelen zich achtergesteld. Zij strijden ook voor  emancipatie: gelijke rechten.
  • Socialisten willen de sociaal zwakkeren helpen.
  • Liberalen: tegen groepsvorming maar door de verzuiling ook een aparte groep

Slide 5 - Slide

Verzuiling

  • De verdeling van de Nederlandse samenleving in 4 groepen  op grond van geloof of levensovertuiging(zuilen): protestanten, katholieken, liberalen, socialisten!

Deze zuilen krijgen in de 19e eeuw allemaal hun eigen politieke partij

Slide 6 - Slide

Verzuiling
  • Opdelen van de samenleving in groepen 
  • op basis van geloof 
  • of politieke overtuiging

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Schoolstrijd
  • Katholieken en protestanten mochten vanaf 1848 hun eigen scholen stichten. 
  • Zij eisten echter van de overheid dezelfde  financiering als de openbare scholen.
  • In 1917 met de grondswetswijziging wordt dit geregeld.
  • In 1917 ook eens over invoering algemeen kiesrecht.
  • Gevolg: meer invloed vanuit christelijke partijen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

NEDERLAND 1848 - 1917
Eerste Feministische Golf

Slide 11 - Slide

Feminisme
Doelen vanuit Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs
  • Vrouwen begin 20e eeuw: geen hoger onderwijs, afhankelijk van een man in hun leven
  • Feministen willen algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen.
  • Dat lukt in 1919 
  • Feministen willen betere opleidingen voor meisjes en toegang tot de universiteit.
  • Feministen (rijke) willen gewoon kunnen werken.
  • Feministen willen dat vrouwen gelijkwaardige partners zijn binnen het huwelijk.
  • Maar bleven huisvrouw en moeder

Slide 12 - Slide

Nederland is neutraal in de Eerste wereldoorlog

Mobilisatie en inkwartiering

Slide 13 - Slide

Neutraal
  • Nederland voerde tijdens WOI neutraliteitspolitiek
  • Neutraal betekent dat je geen partij kiest
  • Voor een handelsland als Nederland is dat lastig: je handelt immers met beide partijen.

Slide 14 - Slide

Belgische vluchtelingen
Nederland nam rond de 1 miljoen vluchtelingen uit België op.
  • Deze Belgen waren op de vlucht voor de oorlog
  • Belgische soldaten werden, net als soldaten uit andere landen, ontwapend en gevangen gezet
  • In dec 1914 vrijwel iedereen weer thuis

Slide 15 - Slide

Economische problemen
  • Vóór de Eerste Wereldoorlog bloeide de wereldeconomie en Nederland verdiende veel geld met import/ export.
  • In het begin was de neutraliteitspolitiek succesvol omdat concurrentie wegviel en in oorlogvoerende landen tekorten ontstonden. 

Slide 16 - Slide

Onbeperkte duikbootoorlog  van Duitse leger maakte handel drijven van Nederland steeds moeilijker op zee
Gevolg?

Slide 17 - Slide

Schaarste!
  • Invoer productiemiddelen minder
  • Stagnatie productie in Nederland zelf
  • Export minder
  • Minder import voedsel
  • Voedselschaarste
  • Hoge prijzen-->zwarthandel en smokkelwaar

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Deelvragen P6.2
  • Hoe streefden protestanten, katholieken, socialisten en vrouwen naar gelijke rechten?
  • Welke invloed had WO I op het neutrale Nederland?
  • Hoe ging de regering om met de crisis in de jaren 30? 

Slide 20 - Slide

Het Interbellum


Nederland tijdens het Interbellum

Slide 21 - Slide

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 22 - Slide


Stempelen voor 'de Steun'


  • Er is nauwelijks steun van de overheid: 
  • alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen de steunuitkering.

  • Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen. 
  • Dit is vooral bedoeld om zwartwerken te voorkomen.

Slide 23 - Slide


Werkverschaffingsprojecten


  • Net als in andere landen probeert de overheid werklozen aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
  • Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.

Slide 24 - Slide

Vernedering
  • De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.

  • Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.

  • Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien

Slide 25 - Slide


Aanpassingspolitiek
1934


  • De Nederlandse regering van minister-president Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, 
  • omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen. Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag, 
  • net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...

Slide 26 - Slide




  • Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 27 - Slide




  • ...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

  • 'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Slide 28 - Slide


Jordaanoproer
1934


  • De verlaging van de steun én de verhoging van de huur zorgt voor rellen in de Amsterdamse wijk De Jordaan. 
  • Vijf mensen komen om het leven. 
  • De verlaging blijft. Er verandert maar één ding: de straten krijgen asfalt, 
  • zodat er niet meer met stenen kan worden gegooid. 

Slide 29 - Slide


NSB
vanaf 1931



  • Ook in Nederland zijn er anti-democratische groepen die vinden dat de oplossing voor de crisis buiten de democratie moet worden gevonden.
  • De Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert is een partij die geïnspireerd is door de NSDAP van Hitler.

Slide 30 - Slide

Video
Een bezeten wereld in de klas: 
De opkomst van de NSB

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Maak de juiste combinaties in een lopende zin;
a. Abraham Kuyper
b. Aletta Jacobs
c. duikbotenoorlog
d. Colijn
e. gouden standaard
f. Jordaanoproer
g. Vluchtelingen

1. Nederland neutraal
2. hoge waarde van de gulden
3. bezuinigingen op overheidsuitgaven
4. toename smokkelarij
5. steunverlaging
6. eerste feministische golf
7. protestants-christelijke zuil

Slide 33 - Slide

Antwoord
a-7
b-6
c-4
d-3
e-2
f-5
g-1

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video