Nask 4T H13.2 versnelling en vertraging

Pulsar H13.2 
Versnelling en vertraging
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Pulsar H13.2 
Versnelling en vertraging

Slide 1 - Slide

Klaarleggen voor deze les!

  • Tekstboek op blz. 159
  • Werkboek op blz. 133
  • Binas
  • Rekenmachine
  • Schrijfmateriaal

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je leert: 
  • Hoe een versnelling of vertraging ontstaat 
  • Hoe je de versnelling of vertraging berekent
  • Hoe je de versnelling uit snelheden berekent
  • Hoe je de snelheid na een versnelling of vertraging berekent

Slide 3 - Slide

100 km/h = 360 m/s
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

s = v/t
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

F is het symbool voor kracht
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

de eenheid van versnelling is de km/h
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Hoe bereken je de netto kracht?

Slide 8 - Open question

wanneer is een beweging eenparig versneld?

Slide 9 - Open question

wat is versnelling?
verandering van snelheid
hoeveel meter per seconde de snelheid per seconde verandert
a = 4 m/s2
of 
a = -4 m/s2
een vertraging in een negatieve versnelling 

Slide 10 - Slide

maak opgave 6
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Nettokracht

Slide 12 - Slide

Hoe ontstaat een versnelling of vertraging? 
  • voor beweging is kracht nodig
  • om sneller of langzamer te gaan is er dus een kracht nodig

beweging
oorzaak
eenparig vertraagd
nettokracht tegen de bewegingsrichting

constante snelheid
geen nettokracht
eenparig versneld
nettokracht in de bewegingsrichting 

Slide 13 - Slide

versnelling, massa en kracht

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Een auto heeft met inzittenden en bagage een massa van 1200 kg. De auto versnelt met een nettokracht van 850 N. Bereken de versnelling

Slide 16 - Open question

De trein in een achtbaan versnelt in 3,2 seconde van 5 naar 25 m/s. Wat is de versnelling?

De trein in een achtbaan versnelt in 3,2 seconde van 5 naar 25 m/s. Wat is de versnelling?

Slide 17 - Slide

wat is versnelling?
verandering van snelheid
hoeveel meter per seconde de snelheid per seconde verandert
a = 4 m/s2
of 
a = -4 m/s2
een vertraging in een negatieve versnelling 

Slide 18 - Slide

grootheid
symbool
eenheid
versnelling
a
meter per seconde kwadraat
m/s2
eind snelheid
ve
meter per seconde
m/s
begin snelheid
vb
meter per seconde
m/s
tijdsduur
t
seconde
s

Slide 19 - Slide

De trein in een achtbaan versnelt in 3,2 seconde van 5 naar 25 m/s. Wat is de versnelling?

vb = 5 m/s 
ve = 25 m/s 
t = 3,2 s 
a=?

a=t(vevb)=3,2(255)=3,220=6,3s2m

Slide 20 - Slide

maak opgave 24
timer
5:00

Slide 21 - Slide

ve=vb+at
grootheid
symbool
eenheid
versnelling
a
meter per seconde kwadraat
m/s2
eind snelheid
ve
meter per seconde
m/s
begin snelheid
vb
meter per seconde
m/s
tijdsduur
t
seconde
s

Slide 22 - Slide

Lesdoelen behaald?
Ik weet: 
  • Hoe een versnelling of vertraging ontstaat 
  • Hoe je de versnelling of vertraging berekent
  • Hoe je de versnelling uit snelheden berekent
  • Hoe je de snelheid na een versnelling of vertraging berekent

Slide 23 - Slide

Zelfstandig werken


Maak opdracht: 

  • 9, 10, 11, 13 t/m 15
  • 18, 19, 21, 23
  • 25 t/m 27

Slide 24 - Slide