woe 6-1 engels 1b

Thuiswerkles 
Ik kan het werkwoord to have got op de juiste manier in de zin gebruiken. 
Ik kan data op de juiste manier in het Engels noteren 
herhalen grammatica to have got 
Engels 
6-1-2021
Even oefenen+ nakijken
Lesson 4: Opdracht 13
Lesson 5: opdracht 1,2,4,5



Hoe ging het? 
Maak Lesson 4 opdracht 13 + Lesson 5: opdracht 1,2,4,5 af in de verwerkingstijd. 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thuiswerkles 
Ik kan het werkwoord to have got op de juiste manier in de zin gebruiken. 
Ik kan data op de juiste manier in het Engels noteren 
herhalen grammatica to have got 
Engels 
6-1-2021
Even oefenen+ nakijken
Lesson 4: Opdracht 13
Lesson 5: opdracht 1,2,4,5



Hoe ging het? 
Maak Lesson 4 opdracht 13 + Lesson 5: opdracht 1,2,4,5 af in de verwerkingstijd. 

Slide 1 - Slide

Deze les nodig: 
- Engelse boek
- Computer/ laptop om de les te volgen
- Telefoon om mee te doen aan de LessonUp les
- Potlood 
timer
1:30

Slide 2 - Slide

First things first!

Slide 3 - Slide

Hoe was je vakantie?
Schrijf 3 Engelse woorden die
jouw vakantie omschrijven.
timer
3:00

Slide 4 - Open question

Voor de vakantie
- S.O. Lesson 2+3 (cijfers in SOMToday)
- Werkwoord to have got 
- Laatste les was thuiswerkles (later in deze les nakijken)

Slide 5 - Slide

To have got (hebben)

    +               + korte vorm   ?                 -

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
1. (+) I have got straight hair.
2. (+ korte vorm) She's got braces.
3. (- korte vorm) We haven't got lessons in school.
4. (-) They have not got a dog.
5. (?) Have you got your phone with you?
6. (?) Has he got curly hair?

Slide 7 - Slide

She ..... glasses
A
have got
B
has got

Slide 8 - Quiz

We ...... a problem
A
has got
B
have got

Slide 9 - Quiz

I ..... time to play a game right now
A
has got
B
haven't got

Slide 10 - Quiz

... they ... a cat?
A
have ... got
B
has... got

Slide 11 - Quiz

To have got (hebben)

    +               + korte vorm   ?                 -

Slide 12 - Slide

Vertaal de zin:
Zij heeft een mooie kamer

Slide 13 - Open question

Vertaal de zin:
Zij hebben geen goudvis.

Slide 14 - Open question

Vertaal de zin:
De leerlingen hebben geen les.

Slide 15 - Open question

Vertaal de zin:
Heeft Molly een fiets?

Slide 16 - Open question

Vertaal de zin:
Jack heeft een hond.

Slide 17 - Open question

Vertaal de zin:
Hebben zij een auto?

Slide 18 - Open question

Werkboek
In de volgende slides worden de goede antwoorden van 
Lesson 4, opdracht 10,11,12 getoond (blz 67/68)

Controleer je eigen antwoorden, zet een krulletje of een kruisje en verbeter het antwoord. 

Slide 19 - Slide

Nakijken

Slide 20 - Slide

Nakijken

Slide 21 - Slide

Nakijken

Slide 22 - Slide

Aan de slag 
Werkboek, opdracht 13 (blz 69)




Slide 23 - Slide

Opdracht 13
Na het lezen, de 
opdracht maken. 
(morgen foto uploaden)




timer
10:00

Slide 24 - Slide

Afronding
Hoe ging deze les? 

Na de pauze les 2 


Slide 25 - Slide

Les 2 
Welcome back! 

Slide 26 - Slide

Colours

Slide 27 - Mind map

Data in het Engels 

Slide 28 - Slide

Voorbeelden
Christmas is on the 25th and 26th of December. 
Today is Tuesday the 12th of January 2021
My birthday is on Saturday, 23 January 2021

Slide 29 - Slide

Aan de slag 
Pak je werkboek, Unit 2 lesson 5: blz 70/71/72 
Maak opdracht 1,2,4,5 
Maak: blz 69 opdracht 13
Lees blz 84: maanden, dagen, rangtelwoorden (studybox)

Klaar? -> ga naar: spelletjesplein.nl/engels
Klik op: hangman

timer
20:00

Slide 30 - Slide

Afronding
Maak de opdrachten van deze les af in de verwerkingsles 
Lesson 4: Opdracht 13
Lesson 5: opdracht 1,2,4,5

Morgen les van meester Wouter.

Ik zie jullie volgende week weer! 

Slide 31 - Slide