Beroepsethiek Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5 Beroepsethiek
1 / 31
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 5 Beroepsethiek

Slide 1 - Slide

lesplanning 
Hoofdstuk 5 : beroepsethiek blz. 100 t/m 103

Ophalen voorkennis.
Uitleg.
Stellingen bespreken
Aan de slag!
Afsluiten les (gezamenlijk).


Slide 2 - Slide

Les doelen 
  • Aan het eind van deze les:
  1.  Weet je wat beroepsethiek is.
  2. Kun je minimaal een gedragsregel op het werk benoemen

Slide 3 - Slide

Beroepsethiek
Ethiek: nadenken over waarden en normen. 

Beroepsethiek: nadenken over de waarden en normen bij de uitoefening van een bepaald beroep. 


Bij beroepsethiek denken we na over wat wel en niet hoort op het werk. 



Slide 4 - Slide

Paragraaf 1
In dit hoofdstuk gaat het over wat hoort wel of niet bij je werk. 
Over waarden en normen in je beroep 
Beroepsethiek 
Gedragsregels 

Slide 5 - Slide

stellingen: 
Eerlijkheid en Openheid: Mensen moeten altijd eerlijk zijn en duidelijk vertellen wat ze doen. Ze mogen niet liegen. 

Zorg en Verantwoordelijkheid: Mensen moeten weten wat ze doen en geen fouten maken die anderen kunnen schaden.

Slide 6 - Slide

Huiswerk

MAKEN OPDRACHT; 
1 T/M 4 (blz. 100 t/m 103)
en maak de test (opdracht4) alleen en besprek het samen met een andere leerling 

Slide 7 - Slide

Paragraaf 2
  • Waarden: standpunten over wat echt belangrijk is in het leven. 
  • Waarden maken duidelijk welke doelen je uiteindelijk voor ogen hebt.

Slide 8 - Slide

lesplanning 
Hoofdstuk 5 : paragraaf 2: waarden en normen in je beroep 
 blz. 104 en 105

Ophalen voorkennis.
Uitleg.
Stellingen bespreken
Aan de slag!
Afsluiten les (gezamenlijk).


Slide 9 - Slide

Les doelen 
  • Aan het eind van deze les:
  1.  Weet je wat waarden en normen zijn.
  2. Kun je minimaal een waarde noemen en een norm eraan koppelen. 

Slide 10 - Slide

waarden
  • Waarden kun je ontdekken door te zoeken naar redenen waarom iemand wel of niets iets doet.  
  • Waarden druk je uit door 1 woord 

Slide 11 - Slide

Normen
Normen: de verwachtingen over het gedrag van mensen 
  • Normen hangen direct samen met de waarden die je nastreeft. 

Slide 12 - Slide

  • Soms worden de verwachtingen over het gedrag van mensen vastgelegd in gedragsregels  


Slide 13 - Slide

Een norm wordt ook gebruikt als maatstaf om het gedrag te beoordelen.  

Slide 14 - Slide

stellingen: 
  • Eerlijk zijn is belangrijk in elk beroep. 
  • Samenwerken en aardig zijn helpt bij elk beroep. 

Slide 15 - Slide

PARAGRAAF 3 GEDRAGSREGELS

Regels hoe je je moet gedragen die op papier staan.
Elke organisatie heeft regels; scholen, bedrijven

Slide 16 - Slide

Gedragscode
Gedragscode: regels over hoe je moet gedragen die op papier staan:
Beroepscode
Bedrijfscode
Branchecode 

Slide 17 - Slide

MAKEN OPDRACHTEN
9 T/M 12
voor opdracht 13 en 14 ga je naar; 
www. damon.nl/standpunt. 
kies vmbo deel 3 hfd 5

Slide 18 - Slide

Bedrijfscode: 
regels voor het bedrijf die duidelijk maken hoe de werknemers zich moeten gedragen tegenover  collega’s, de klanten en de samenleving.  
  

Doel:    
  • een bepaalde eenheid te krijgen in een bedrijf   
  • duidelijkheid geven aan werknemers wat er van hen verwacht wordt.  
  • Het imago van een bedrijf goed te houden en te verbeteren. 

Slide 19 - Slide

Beroepscode
Gedragsregels voor een bepaald  beroep. 
Bijvoorbeeld; politie, makelaars, docenten, dokters.


Slide 20 - Slide

Branche
Branchecode
regels van een branche
Branche is de verzameling van alle bedrijven die actief zijn in een bepaalde categorie producten of diensten.  
horeca-, kleding-, autobranche
 

Slide 21 - Slide

par. 5 Ethiek in het werk
5.1 stappenplan
* stap 1; de praktijksituatie vaststellen.
* stap 2; Wat is het ethisch probleem?
* stap 3; Wie zijn er betrokken bij het probleem.
* stap 4; Welke oplossing kies je en waarom?

OEFENEN MET DE CASUSSEN

Slide 22 - Slide

opdracht; 15 t/m 17 maken en
maken opdracht 
23, 24, 26, 30

Slide 23 - Slide

opdracht 15
A. wat is een bedrijfscode;

in een bedrijfscode staan de regels voor de werknemers van een bedrijf.

Slide 24 - Slide

opdracht 16
 welke twee soorten bedrijfscodes;

a. algemeen
b. concreet 

Slide 25 - Slide

opdracht 17 
Drie doelen;

1. bepaalde eenheid krijgen in een bedrijf
2. geven duidelijkheid aan de werknemers
3. imago van een bedrijf goed houden

Slide 26 - Slide

opdracht 23,24,26 en 30

klassikaal behandelen

Slide 27 - Slide

Par. 6 Gewetensbezwaren


Geweten: innerlijk besef van goed en kwaad. 
Gewetensbezwaren: je moet dingen doen waar je niet achter staat. 

Slide 28 - Slide

HANDELINGSMODEL GEWETENSBEZWAREN 
 * bespreek het met iemand 
 * bepaald werk weigeren 
 * ontslag nemen
 * de pers waarschuwen 
 
Klokkenluider; iemand/werknemer die de samenleving waarschuwt voor misstanden in bedrijven. 

Slide 29 - Slide

In al de vier bovengenoemde situaties is het niet verstandig omdat in je eentje te doen!
Doe zulke dingen samen met je collega's, eventueel overleggen met de vakbond of ondernemingsraad. 

Slide 30 - Slide

paragraaf 7 leerpunten
Kijk de leerpunten goed door en werk ze uit, dan heb je een goed overzicht over wat je moet leren voor het PTA.

MAKEN OPDRACHTEN; 33, 34, 35, 37

Slide 31 - Slide