3KGT Chapter 2 D Describing a Crime

Chapter 2; Describing a Crime
Fill in the answers or choose the correct alternative
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Chapter 2; Describing a Crime
Fill in the answers or choose the correct alternative

Slide 1 - Slide

Welk Engels woord hoort bij het Nederlandse woord? 
accused of
assault
handcuffs
to trespass
intruder
beschuldigd van
aanval
handboeien
zich op verboden terrein begeven
indringer

Slide 2 - Drag question

plaats delict
Inbreken
beroving
to investigate
to break in
crime scene
robbery
onderzoeken

Slide 3 - Drag question

Crime
Handcuffs
To tresspass
To escape
Pickpocket
Policeman
Lawsuit
Police station
Prison
Prisoner

Slide 4 - Drag question

burglary
A
inbraak
B
diefstal

Slide 5 - Quiz

plaats delict
A
place of crime
B
crime scene

Slide 6 - Quiz

indringer
A
intruder
B
burglar

Slide 7 - Quiz

to pickpocket
A
zakkenrollen
B
iets kleins stelen

Slide 8 - Quiz

Hoe vertaal je in het Engels:
Gisteravond zag ik iemand die gewapend was.

Slide 9 - Open question

Hoe vertaal je in het Engels:
Ik wil een misdaad aangeven.

Slide 10 - Open question

Hoe vertaal je in het Engels:
Ze had een litteken op haar gezicht.

Slide 11 - Open question

Hoe vertaal je in het Engels:
Hij heeft mijn tas gestolen.

Slide 12 - Open question

gewapend
A
gunned
B
armed
C
legged

Slide 13 - Quiz

moedervlek
A
motherspot
B
birthspot
C
birthmark

Slide 14 - Quiz

confused
A
verward
B
boos
C
geschrokken

Slide 15 - Quiz

deliberately
A
per ongeluk
B
expres

Slide 16 - Quiz

on purpose
A
per ongeluk
B
expres

Slide 17 - Quiz

Vertaal naar het Engels:
agressief

Slide 18 - Open question

Vertaal naar het Engels:
litteken

Slide 19 - Open question

Wat betekent Shabby?
"He looks very shabby. He has not showered in 3 days."
A
vies
B
onverzorgd
C
onbegrepen
D
raar

Slide 20 - Quiz

Wat betekent Suspicious?
"She looks suspicious. She could be the burglar."
A
verdacht
B
ongewoon
C
slachtoffer

Slide 21 - Quiz

Wat betekent: to damage
"The suspect damaged all my belonings during the break-in."

Slide 22 - Open question

To harass
A
beschadigen
B
lastigvallen
C
stalken

Slide 23 - Quiz

To scam
A
oplichten
B
stelen
C
voor de gek houden
D
scannen

Slide 24 - Quiz

Vul de Engelse vertaling in:
stelen

Slide 25 - Open question

Wat betekent:
violent

Slide 26 - Open question