H5 1kgt lezen doel van een tekst

Lesdoel

Aan het eind van deze paragraaf kan/weet je:

- het onderwerp van een tekst vinden;

- verschillende soorten teksten herkennen.

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoel

Aan het eind van deze paragraaf kan/weet je:

- het onderwerp van een tekst vinden;

- verschillende soorten teksten herkennen.

Slide 1 - Slide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

T  T  A A  L

Lees een tekst eerst snel 

1. Titel/Tussenkopje

2. Afbeeldingen = foto's en plaatjes

3. Anders gedrukte woorden

4. Lead = eerste zinnen

Slide 2 - Slide

Het onderwerp van een tekst

Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt het onderwerp met één of met een paar woorden zeggen. Het onderwerp vind je door een tekst oriënterend te lezen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

het onderwerp van de tekst
Waarover gaat de tekst?

één of paar woorden

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Tekst
    1

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Doel van deze les

  • Ik weet wat tekstdoelen zijn
  • Ik kan verschillende tekstdoelen bij de juiste tekstsoorten plaatsen

Slide 10 - Slide

Kijk naar het filmpje waarin wordt uitgelegd welke                    tekstdoelen er zijn.

Slide 11 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 12 - Slide

Kijk naar het groene stuk op blz. 116.

Je krijgt zo meteen een paar teksten te zien.

Wat is dit voor soort tekst. (kijk naar de voorbeelden)

Wat is het doel van deze tekst.

Schrijf je antwoorden in het grote schrift.

Slide 13 - Slide

Tekst

   2

Slide 14 - Slide

Tekst

     3

Slide 15 - Slide

Tekst

     4

Slide 16 - Slide

Tekst
    5

Slide 17 - Slide

Tekst
     6

Slide 18 - Slide

Tekst
    7

Slide 19 - Slide

Tekst
    8

Slide 20 - Slide

Tekst
   9

Slide 21 - Slide

Instructie schrijven.
Schrijf een instructie voor je oma/opa (of mijnheer Evers of Wijtvliet)
 Ze willen leren snappen met een filter. Hij/zij moet ook nog een app daarvoor downloaden. Schrijf de instructie. Zet voor iedere stap een nummer.
Begin elke stap met een werkwoord.

Ken je snapchat niet?
Doe het dan over facebook of een computerspel.

Slide 22 - Slide

1.Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik -u- en -jij- gebruik in mijn tekst.
C
Waarom ik de tekst schrijf.
D
Waar de tekst vandaan komt.

Slide 23 - Quiz