Beoordelen argumenten (les 32)

LEESVAARDIGHEID 
We draaien het programma om, omdat dit online kan.

Deze lessen: les 32-34.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

LEESVAARDIGHEID 
We draaien het programma om, omdat dit online kan.

Deze lessen: les 32-34.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp van de tekst =
A
dat waar de tekst over gaat in 1 woord/woordengroep
B
de mening van de schrijver
C
de mening van de lezer
D
dat waar de tekst over gaat in 1 zin

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

hoofdgedachte =
A
dat waar de tekst over gaat
B
dat wat de schrijver wil vertellen over het onderwerp
C
de belangrijkste gedachte van de lezer

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen hoofd- en bijzaak?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

argumentatie
Wat is het en;
Waarom is het belangrijk om je standpunt te kunnen onderbouwen?



Slide 5 - Slide

filmpje tot 1.26. Laat leerlingen van tevoren opschrijven: wat is nu je beeld bij Famke Louise en na het filmpje: hoe denk je nu over haar, is je beeld veranderd?
Vandaag
Leerdoel:
inhoudelijk beoordelen van een argument

1. herhalen opbouw van argumentatie;
2. argumenten beoordelen op juistheid;
3. argumenten beoordelen op geldigheid;
4. drogredenen beginnetje.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

naar aanleiding van het filmpje van FL: waarom is het belangrijk goed te kunnen argumenteren?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Herhaling argumentatiestructuur
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

evt laten zien of overslaan

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Niet-feitelijk
Feitelijk

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Beoordelen van argumenten
Standpunten worden onderbouwd met een of meer argumenten. Subjectieve argumenten maken een betoog minder sterk.

Argumenten  moeten juist én geldig zijn. 
-Een argument is juist als het alleen waarheden bevat. Je mag dus niet liegen. 
-Een argument is geldig als het argument het standpunt onderbouwt. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld onjuist: we moeten allemaal stoppen met vlees eten want de vleesindustrie is verantwoordelijk voor de klimaatverandering.
voorbeeld niet geldig:
vlees eten is slecht voor het klimaat want dieren zijn ook gewoon heel lief.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

We kijken nog eens naar de argumentatie van Famke Louise.
Schrijf voor jezelf op: 
Wat is haar standpunt?

Bedenk zelf een juist en een geldig argument bij haar standpunt.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Schrijf hier je antwoorden op

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Zelf oefenen
Lees h 3 nog eens door,
Maak opdr 3 tm 5 op p. 18 van Kern
Ga na of je de leerdoelen hebt bereikt.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions