2.2 mengsels les 3 kgt

2.2 Mengsels - les 3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2.2 Mengsels - les 3

Slide 1 - Slide

2g
Welkom
 zoek je eigen plek op
telefoon op zijn kop op tafel
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
1:00
stopwatch
00:00

Slide 2 - Slide

2f
Welkom
 zoek je eigen plek op
telefoon op zijn kop op tafel
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 3 - Slide

2e
Welkom
 zoek je eigen plek op
telefoon op zijn kop op tafel
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 4 - Slide

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les nask op:

2e: 
2f:  wo 29 -11
2g di 28 - 11

Slide 5 - Slide

so 2.2
leren blz 83 t/m86
leer de termen van 2.2

Slide 6 - Slide

Deze les 
Terugblik op 2.2 - les 2
Leerdoelen
practicum

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 8 - Slide

Noem 2 eigenschappen van een zuur
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 9 - Open question

Noem 2 eigenschappen van een base
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 10 - Open question

wat is de ph van zuiver water?
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 11 - Open question

ph meten met rode kool
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 12 - Slide

lees de opdracht
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 13 - Slide

wat gaan we doen?
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 14 - Open question

welke stoffen gaan we testen?
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 15 - Open question

stap 1
beantwoord  de eerste 2 vragen
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 16 - Slide

stap 2
Per drietal pakt 1 persoon de spullen 
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 17 - Slide

stap 2.1
bekertje 7
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 18 - Slide

stap 3
vul de hypothese in
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 19 - Slide

stap 4
voer het practicum uit
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 20 - Slide

stap 5
vul de waarnemingen in
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 21 - Slide

stap 6
vul de conclusie in
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 22 - Slide

stap 7
meet de pH van Cola
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 23 - Slide

stap 8
ruim op
Je leert aangeven wanneer een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
Je leert de pH van een oplossing meten.

Slide 24 - Slide

Evaluatie
  1. Wat ging goed?
  2. Wat kan beter ?
  3. Wat kan anders?

Slide 25 - Slide