Hands on - Unit 2.3

Hands on

English

Malmberg

Unit 2 (4B/K)

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hands on

English

Malmberg

Unit 2 (4B/K)

Slide 1 - Slide

Your aim...

Practise  our writing skills

Work on lesson 3 and study the grammar

Work in peace

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

So.... Adverbs!

Adverbs zijn bijwoorden.

Bijwoorden die iets zeggen over de manier waarop iets gebeurt, staan meestal aan het eind van de zin. Ze krijgen dan veel nadruk.

Bijvoorbeeld:

Please answer this quickly

You paint beautifully

Slide 4 - Slide

Adverbs part 2

Een bijwoord kan ook iets zeggen over het woord dat erachter staat. In de voorbeelden hieronder geeft het aan hoe interessant of slecht iets is.

Bijvoorbeeld:

It sounds really interesting.

The concert was incredibly bad.

Slide 5 - Slide

Adverbs part 3

Bijwoorden die aangeven hoe vaak iets gebeurt, zoals always en never, zet je vóór het hoofdwerkwoord, maar ná am/are/is/was/were.

Bijvoorbeeld:

She always works hard.

You are often late.

He is never angry.

Slide 6 - Slide

2DO

Make unit 2.3


Questions? Raise our hand



Important words;

Often = vaak

Slide 7 - Slide

Always, never, sometimes en often zet je;

A
Vóór het hoofdwerkwoord
B
Ná het hoofdwerkwoord
C
Maakt niet uit waar in de zin
D
Alleen op maandag zet je dit in de zin

Slide 8 - Quiz

Always, never, sometimes en often zet je;

A
Vóór 'am/are/is'
B
Ma je zelf kiezen waar in de zin
C
Ná 'am/are/is'
D
Ná 'am/are' Vóór 'is'

Slide 9 - Quiz

Bijwoorden (adverbs) zeggen dus iets over de manier waarop iets gebeurt.
Deze woorden eindigen meestal op;
A
-ship
B
-ness
C
-ly
D
-ty

Slide 10 - Quiz

Thank you!

What have we learned / worked on?

How did it go?

Next lesson...

Sta seated and wait for the bell

Slide 11 - Slide