Spelling en formuleren H3

Spelling en formuleren H3

Nieuw Nederlands 5de editie

3vwo

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling en formuleren H3

Nieuw Nederlands 5de editie

3vwo

Slide 1 - Slide

Leerdoelen Spelling en formuleren H3 en H4
  1. De schrijfwijze van getallen
  2. Het gebruik van verwijswoorden
  3. Afkortingen, letter- en initiaalwoorden, verkortingen en symbolen
  4. Trema en apostrof
  5. Foutieve beknopte bijzin


    
      
      
        
      
        

        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Het schrijven van getallen
     
   

   
   
      In teksten schrijf je getallen soms in cijfers en soms in letters. De regels die je daarbij moet hanteren zijn helder, maar het zijn er veel. Leer ze niet allemaal uit je hoofd, maar probeer een logica te vinden. Twijfel je bij het schrijven van een officieel document: zoek de regel dan op!
   

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 

Slide 2 - Slide

Bestudeer nu de theorie bij Spelling H3

Slide 3 - Slide

1. Het schrijven van getallen

Het correct kunnen spellen van getallen is een belangrijke vaardigheid voor alle studenten op het hoger en wetenschappelijk onderwijs. In ieder onderzoeksverslag komen immers veel getallen voor. 

Slide 4 - Slide

Welk woord is niet correct gespeld?
A
6
B
65
C
65 miljoen
D
65 duizend

Slide 5 - Quiz

Welk woord is correct gespeld:
6 uur of 18:00 uur?
A
zes uur
B
18:00 uur
C
Het is beide fout gespeld.
D
Het is beide goed gespeld.

Slide 6 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
driekwartsmaat
B
driekwart
C
twee en een half
D
2 1/2

Slide 7 - Quiz

Bestudeer nu de theorie bij Formuleren H3

Slide 8 - Slide

2. Het gebruik van verwijswoorden
Correct kunnen verwijzen is een belangrijke vaardigheid bij het schrijven van teksten. We hebben hier in de brugklas en de tweede klas al aandacht aan besteed. In de derde klas breiden we die kennis verder uit.

Slide 9 - Slide

Verwijswoorden

Slide 10 - Mind map

Wat is het nut van verwijswoorden?

Slide 11 - Open question

De overheid vaardigde een nieuwe wet uit die ... binnen drie jaar vijf miljoen euro zal opleveren.
A
hem
B
haar
C
hen
D
hun

Slide 12 - Quiz

Ik ben gisteren met ... meegefietst en heb ... daarna getrakteerd op pizza.
A
hen/hun
B
hen/hen
C
hun/hen
D
hun/hun

Slide 13 - Quiz

Alles ... ik vandaag heb geleerd, kan ik in mijn toets gebruiken.
A
wat
B
dat

Slide 14 - Quiz

Heb je nog vragen? Stel ze hier!

Slide 15 - Open question

Aan het werk
  • Maken opdracht 'Extra' van Spelling H3 van NNO.
  • Score <75%? Maak opdracht 1 en 2 'Getallen schrijven' Cambiumned.
  • Maken opdracht 'Extra' van Formuleren H3 van NNO

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video