H2c 11.11. K3 C + D

Guten Tag, Frau Rörig
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Guten Tag, Frau Rörig

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen!
Herzlich Willkommen!

Slide 2 - Slide

Programm Montag 11.11.
Wörterliste A
Wiederholen
Lesen
Hören

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Jullie weten wat zelfstandige naamwoorden zijn en kennen de bijzonderheiden bij de Duitse zelfstandige naamwoorden.
Jullie kennen het onbepalde lidwoord ein.
Jullie kunnen een Duits tekst lezen.

Slide 4 - Slide

Wörterliste A

Slide 5 - Slide

Vertaal   d > nl

1. die Marmelade
2. das Abendbrot
3. wählen
4. zeichnen
nl > d

5. de melk
6. de kaas
7. niets
8. smaken

Slide 6 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
Lidwoorden

Slide 7 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
woord benoemt:    persoon
                                       dingen
                                       plaatsen
                                       ideën

Slide 8 - Slide

Het zelfstandig naamwoord
Vóór een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord (de, het of een) zetten.


Slide 9 - Slide

der
die
das
mannelijk 
meervoud
onzijdig
vrouwelijk

Slide 10 - Drag question

Geslacht van zelfstandige naamwoorden
mannelijk (m)
der
vrouwelijk (v)
die
onzijdig (o)
das
meervoud (mv)
die 

Slide 11 - Slide

der
die
das
vrouwelijke personen/dieren
mannelijke personen/dieren
meervoudsvormen
woordjes die in NL "het" als lidwoord hebben
woordjes die eindigen op: -e / -in

Slide 12 - Drag question

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 13 - Open question

Großbuchstaben (hoofdletters)
  • zelfstandige naamwoorden     ->  das Haus, der Mann
  • begin van de zin                             ->  Ich heiße Anton.
  • aardrijkskundige namen            ->  Deutschland, Köln
  • eigennamen                                     ->  Lisa, Addidas
  • voornaamwoorden u en uw       -> Wie heißen Sie?

Nicht bei bijvoegelijke naamwoorden -> eine deutsche Frau
                                                                                     

Slide 14 - Slide

onepaalde lidwoorden

Slide 15 - Slide

Wat wat zijn in het Duits
een, keen

Slide 16 - Open question

ein / kein 
een
ein-
geen
kein-

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wanneer gebruik je ein,eine,keine?
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
eine
ein
keine
ein

Slide 19 - Drag question

Zet het juiste zelfstandig naamwoord bij het onbepaald lidwoord 
timer
0:15
ein/kein
eine/keine
Polizist
Arzt
Polizistin
Kuh
Tier
Schwester
Bruder
Kater
Pferd
Kind
Mutter
Vater

Slide 20 - Drag question

Hören

Buch Seite 85
Aufgabe 3

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Lesen
Buch, Seite 86

Slide 23 - Slide

Sprechen
Buch Seite 92
Plauderecke C

Slide 24 - Slide

Leerdoel
Jullie weten wat zelfstandige naamwoorden zijn en kennen de bijzonderheiden bij de Duitse zelfstandige naamwoorden.
Jullie kennen het onbepalde lidwoord ein .
Jullie kunnen een Duits tekst lezen en horen.

Slide 25 - Slide

Hausaufgaben für MITTWOCH 13. 5de uur

Machen: Kap 3, Seite 88, Aufgabe 8+9


Slide 26 - Slide

Essen
das Fleisch
die Nudeln
das Obst / die Früchte
das Gemüse
die Pommes
der Kuchen
die Kartoffel(n)
der Käse

Slide 27 - Drag question

Weten jullie het nog? Verbind de juiste bepaalde lidwoorden met het geslacht
der

die

das

die

Mannelijke woorden
Vrouwelijke woorden
Onzijdige woorden
Meervoud

Slide 28 - Drag question