2.5 Woorden-Talent oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Woorden 2.5

Leerdoel

In deze paragraaf leer je:

• ongeveer 25 nieuwe woorden (gebruiken);

De eerste 12 woorden oefenen

Welk woord weet je wel, en welke nog niet?

Je leest steeds een zin waar de betekenis van het woord in zit.

Welk woord hoort bij de betekenis?

Deze opdrachten ga ik zonder hulp maken.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. kennis
2. lastig
3. relaxed
4. vanzelf

Jij hebt zo je best gedaan, jij mag dit wel hebben.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. twijfelen
2. verbonden voelen
3. gunnen
4. vertrouwen

Ik zie dit als een nieuwe kans voor mij.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. mogelijkheid
2. lastig
3. in vervulling
4. teken

Ik vind deze opdracht best moeilijk

Welk woord hoort bij deze zin?

1. kennis
2. lastig
3. relaxed
4. vanzelf

Hij kon moelijk kiezen dus de games die hij wilde spelen.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. lastig
2. twijfelen
3. gunnen
4. vanzelf

Wat weet jij allemaal van die nieuwe jongen?

Welk woord hoort bij deze zin?

1. de achtergond
2. de mogelijkheid
3. vertrouwen
4. vanzelf

Ik geloof er in dat hij doet wat hij zegt.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. relaxed
2. de mogelijkheid
3. vertrouwen
4. vanzelf

Hij is geen familie of vriend, maar toch ken ik hem wel.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. kennis
2. lastig
3. relaxed
4. vanzelf

De hele tijd hoor ik maar water druppelen.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. achtergrond
2. lastig
3. teken
4. voortdurend

De volgende 12 woorden

12 nieuwe woorden (woorden 2 blz. 101).

Kijk er eerst eens goed naar.

Welk weet je wel en welke niet.

2.5 Woorden

Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup

Woorden 2 blz. 101

accepteren	ontvangen
diverse	optimaal
de ingrediënten	uniek
de kennis	de variant
met regelmaat	verantwoordelijk
onbezorgd	vriendschap sluiten

Het is nu eenmaal zo. Neem maar zoals het is!

Welk woord hoort bij deze zin?

1. kennis
2. onbezorgd
3. accepteren
4. optimaal

Alles was ingepakt hij kon zonder zorgen op vakantie.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. regelmaat
2. onbezorgd
3. verantwoordelijk
4. optimaal

Het is geen familielid en ook geen vriend maar wel iemand die ik ken.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. vriendschap
2. variant
3. kennis
4. klasgenoot

Er zijn allerlei soorten pindakaas te koop.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. ingrediënten
2. uniek
3. optimaal
4. diverse

De trainer weet de beste manier om dit op te lossen.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. diverse
2. uniek
3. optimaal
4. onbezorgd

De reuzeschildpad op dat eiland was de enige in zijn soort.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. variant
2. uniek
3. optimaal
4. kennis

Het virus veranderde steeds en was nu een ander variatie.

Welk woord hoort bij deze zin?

1. variant
2. ingrediënten
3. regelmaat
4. kennis

2.5 Oefenen met woorden

 Ga naar hoofdstuk 2, paragraaf 2.5 Woorden 

Oefen in de Woordtrainer 

Succes!