27 maart 4.1 De pruikentijd

Wat doen we vandaag?
  • Paragraaf 4.1
  • Opdrachten 4.1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Paragraaf 4.1
  • Opdrachten 4.1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vragen huiswerk?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je...


- Hoe het ging met de Nederlandse economie
- Welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk
- Hoe de verlichting zorgde voor een andere manier van denken
- Welke kritiek er was op de samenleving

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

4.1 De pruikentijd

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De Nederlandse economie
  • Door de Gouden Eeuw in de 18e eeuw veel rijke handelaren in Nederland
  • Toch gaat de economie achteruit 
  • Nijverheid gaat slechter en de VOC maakt steeds minder winst
  • Gevolg?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De Nederlandse economie
  • Geldbanken doen het wel goed: 
  • rijke mensen lenen geld aan de bank tegen een rente
  • Aanzienlijke mannen droegen een pruik

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel
Derde stand
De rest (handelaren, boeren, arbeiders)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Leg de afbeelding uit

Wie zie je?

Wat is de boodschap van de maker?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De verlichting
  • In de wetenschappelijke revolutie gingen mensen logisch denken
  • Op die manier konden ze ook naar de samenleving kijken
  • Mensen zeiden dat je met rationeel denken alles kon verklaren
  • Deze manier van denken noemen we de verlichting

Slide 14 - Slide

Wat werd er anders?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Kritiek op de standenmaatschappij
Volgens verlichte denkers waren alle mensen van nature gelijk
Daarom moesten er mensenrechten komen
En een rechtstaat
Rechten die voor alle mensen golden, zoals vrijheid van godsdienst en meningsuiting
Staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

John Locke
Een koning krijgt zijn macht niet van god, maar van het volk

Als de koning zijn macht misbruikt mag het volk hem afzetten

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De Fransman Montesquieu
Absolutisme leidt tot onderdrukking
Het gezag moet gescheiden zijn over drie machten (driemachtenleer)
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht
 een persoon, vaak een vorst of koning, de volledig macht in handen heeft

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Mensen hadden veel wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen gedaan
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Mensen kregen andere ideeën over godsdienst
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Aan het werk. 
  • Lees de introductie en 4.1
  • Maak de opdrachten bij de introductie: 1 t/m 4
  • Maak de opdrachten bij 4.1: 1 t/m 6

Dit is ook huiswerk .

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions