This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat hebben we tot nu toe geleerd?
Doe mee met de toets!
Slide 1 - Slide
Je ziet een Voorwerp als:
A
Het voorwerp wordt verlicht
B
Er licht UIT je ogen op het voorwerp valt
C
Er licht van het voorwerp in je oog valt
D
Het voorwerp zich niet in schaduw bevindt
Slide 2 - Quiz
Wat is geen vorm van een natuurlijke lichtbron
A
Sterren
B
Vuur
C
zaklamp
D
Zon
Slide 3 - Quiz
Een lichtbron straalt licht uit. Langs welke lijnen beweegt licht?
A
Horizontale lijnen
B
Kromme lijnen
C
Rechte lijnen
D
Verticale lijnen
Slide 4 - Quiz
Een boom wordt verlicht door straatlantaarns. De boom geeft daardoor een kernschaduw en een halfschaduw. Hoeveel straatlantaarns kun je zien als je in de half schaduw staat.
A
0
B
1
C
2
Slide 5 - Quiz
Als je je hand tussen een projectiescherm houdt ontstaat er een schaduw op het scherm.
Deze schaduw wordt groter als je:
A
Je hand dichter bij het scherm houdt
B
Je hand verder van de lamp houdt
C
Het scherm dichter bij de lamp zet
D
Een sterkere lamp neemt.
Slide 6 - Quiz
Hieronder zie je vijf zinnnen.
Geef bij elke zin aan of die juist of onjuist is.
Juist
onjuist
Een spiegel weerkaatst het licht in één richting
Om een teruggekaatste lichstraal te tekenen heb je een liniaal nodig.
Een spiegelbeeld heeft geen diepte.
Bij een ruw oppervlakte geldt de spiegelwet ook.
in een lichstraal zit altijd een pijltje
Slide 7 - Drag question
Bij het tekenen van de hoek van inval en terugkaatsing, teken je ook de Normaal. Welke bewering over de normaal is waar?
A
Beweegt van de spiegel af
B
Beweegt naar de spiegel toe
C
Staat loodrecht op de normaal
D
Staat loodrecht op de spiegel
Slide 8 - Quiz
Een Licht straal weerkaatst terug van een spiegel: Dan is de hoek van inval ..... de hoek van terugkaatsing
A
Evengroot als
B
Groter dan
C
Kleiner dan
Slide 9 - Quiz
Welke bewering over een prisma is waar?
A
Een prisma word ook wel het kleurenspectrum genoemd
B
Een prisma breekt zonlicht in verschillende kleuren
C
Een prisma voegt kleuren licht samen tot wit licht
D
Een prisma werkt op zonne energie
Slide 10 - Quiz
Een groene trui word beschenen met zuiver groen licht. Je ziet de trui dan als..
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Zwart
Slide 11 - Quiz
Wat doen de onderstaande gekleurde oppervlakten met een groene lichtstraal?
Weerkaatsen
absorberen
weerkaatsen & absorberen
groen
Rood
Zwart
Wit
Slide 12 - Drag question
En als je de groene trui met zuiver Rood licht beschijnt?
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Zwart
Slide 13 - Quiz
Welke bewering is waar over het absorberen en terugkaatsen van licht.
A
Groene voorwerpen absorberen rood licht
B
Rode voorwerpen absorberen rood licht
C
Groene voorwerpen weerkaatsen blauw licht
D
Zwarte voorwerpen weerkaatsen alle kleuren
Slide 14 - Quiz
Zet de kleuren op de goede volgorde van het spectrum
Slide 15 - Drag question
Wat is de letterlijke betekenis van infrarood?
A
Donker Rood
B
Voor het rood
C
Sterker dan rood
D
rechts van rood
Slide 16 - Quiz
Welke bewering over Infrarood is waar?
A
Een koud voorwerp zendt geen IR-straling uit
B
Een IR-sensor kan op bewegingen van mensen reageren
C
Je huidt wordt bruin door IR-straling
D
IR straling kan je met het blote oog zien
Slide 17 - Quiz
Welke bewering over UV is niet waar?
A
Alle voorwerpen zenden UV straling uit
B
UV straling kan je niet met het blote oog zien
C
UV straling is schadelijk voor je huid
D
UV straling vergroot de kans op kanker
Slide 18 - Quiz
Welke apparaten maken gebruik van UV straling
A
Afstandsbediening en Alarminstallaties
B
Afstandsbediening en Discolampen
C
Zonnebanken en apparaten voor het behandelen van sport blessures
D
Zonnebanken en discolampen
Slide 19 - Quiz
Invallende lichtstraal
Terugge-
kaatste lichtstraal
De normaal
Hoek van inval
Hoek van Terugkaatsing
Slide 20 - Drag question
Bij het licht van de maan kun je soms een boek lezen. Toch is de maan geen lichtbron. Ligt dit toe.
Slide 21 - Open question
Er staan twee bomen bomen naast elkaar in de brandende zon. Waarom is er dan geen half of kernschaduw?
Slide 22 - Open question
Hoe noem je de rode lijnen die langs het voorwerp lopen?
Slide 23 - Open question
Hieronder zie je een spiegel waarbij een lichtstraal weerkaatst wordt. Wat hoort er bij elk onderdeel te staan? Sleep de woorden/zinnen op naar de juiste plek.
Hoek van inval
Spiegel
Hoek van terugkaatsing
Invallende lichtstraal
De normaal
Teruggekaatste lichstraal
Slide 24 - Drag question
Welke kat kan je zien en waarom? (En zie je dan de hele kat of een deel)
Slide 25 - Open question
Op welke plek komt de schaduw van de bal te staan en waarom?