Na deze les heb je geoefend met 2 minuten improviseren voor de toets.
Slide 2 - Slide
Beoordeling op de volgende punten:
Concentratie (serieus spelen, niet lachen, in de rol blijven).
De 3 w's zijn duidelijk (wie, wat, waar).
Er zit een conflict in de scene.
Je doet spelaanbod en accepteert andere ideeen.
Werkhouding tijdens de lessen/toets.
5. Gevorderd: Je speelt een origineel personage in stem, mimiek en lichaamshouding.
Slide 3 - Slide
Hoe ziet de beoordeling eruit?
Slide 4 - Slide
Oefenen van de toets
Speel deze situatie 2 minuten:
WIE = Arts + Patient
Wat = Arts moet een slecht nieuws gesprek voeren maar blijkt de verkeerde patiënt tegenover zich te hebben. Daar komen ze pas later achter.
Waar = In het ziekenhuis.
timer
2:00
Slide 5 - Slide
Oefenen van de toets
Speel deze situatie 2 minuten:
WIE= Broer + Zus
Wat = Zus heeft broer de schuld gegeven van het laten vallen van de dure vaas van hun ouders. Ze hadden stiekem een feest gegeven en ouders komen over 2 minuten thuis.