La différence entre l'adjectif et l'adverbe

La différence entre l'adjectif et l'adverbe
  1. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
  2. Een bijwoord zegt iets over
  • een werkwoord
  • een ander bijwoord
  • een bijvoeglijk naamwoord
  • een hele zin
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

La différence entre l'adjectif et l'adverbe
  1. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
  2. Een bijwoord zegt iets over
  • een werkwoord
  • een ander bijwoord
  • een bijvoeglijk naamwoord
  • een hele zin

Slide 1 - Slide

Hoofdregel voor de plaats 
van het bijvoeglijk naamwoord
  • Achter of na het zelfstandig naamwoord (un élève sérieux).

NB: Er is een rijtje met uitzonderingen die voor het zelfstandig naamwoord staan, dat rijtje moet je kennen/weten te vinden in je manuel.

Slide 2 - Slide

Regels voor de plaats van het bijwoord
  • Achter of na een eenvoudig werkwoord (elle danse bien)
  • Vóór een bijvoeglijk naamwoord of ander bijwoord (il est très doué; elle va beaucoup mieux)
  • Tussen het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord (j'ai toujours faim)
  • Bijwoorden die eindigen op -ment kunnen ook achter of na het voltooid deelwoord komen (il a parlé tellement lentement, cela m'a agacé)
  • Bijwoorden van tijd en plaats komen aan het begin of aan het einde van een zin (finalement Pierre n'est plus venu hier soir, il était trop fatigué)



Slide 3 - Slide

Hoofdregel voor de vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Uitzonderingen vrouwelijk vormen bijvoeglijk nw
Sommige soorten mannelijke bijvoeglijke naamwoorden maak je niet zomaar vrouwelijk door er een -e achter te zetten. BDit geldt bijvoorbeeld voor bijvoeglijke naamwoorden op -eux,
 -(i)er, -(i)on,  -et en nog een aantal andere.
Zoek deze op in je manuel! Voorbeelden:
blanc - blanche
heureux - heureuse
italien - italienne
cher - chère
premier - première
spirituel - spirituelle
sportif - sportive
bon - bonne
cadet - cadette

Slide 5 - Slide

Compleet onregelmatig zijn beau, nouveau en vieux (die hebben onder meer 2 vormen voor mnl enk)
bel, nouvel en vieil gebruik je voor ZN die beginnen met klinker of stomme h (le nouvel élève, le vieil arbre, un bel ornement)

Slide 6 - Slide

hoofdregel vorming bijwoord
  • (vrouwelijk) adjectif + ment

rapide - rapidement
heureuse - heureusement

Slide 7 - Slide

uitzonderingen vorming bijwoord (1),
lijkend op de hoofdregel maar dan anders
adjectieven op -ent en -ant

évident - évidemment
constant - constammant
méchant - méchammant

Slide 8 - Slide

uitzonderingen vorming bijwoord (2)
(nog enigszins herleidbaar)

Slide 9 - Slide

uitzonderingen bijwoorden (3)
bijwoorden die als bijwoord geboren zijn ;)
trop
très
toujours
beaucoup
vite
hier, aujourd'hui, demain, après-demain, lendemain, matin, après-midi, soir
etc.
https://preply.com/nl/blog/franse-bijwoorden-lijst/?msockid=01ef030867d7663a150717b2667d6775



Slide 10 - Slide