H2 P1 Overal is water

Hoofdstuk 2 Water
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Water

Slide 1 - Slide

Stofeigenschappen
- Fase (vast, vloeibaar of gasvorming)
- Smaak (helaas mag je bij Scheikunde nooit* proeven)
- Geur (zolang je maar voorzichtig ruikt)
- Kleur
- Oplosbaarheid in water
- Kookpunt
- Smeltpunt

Slide 2 - Slide

Fasen
Gas:             (g)
Vloeibaar :    (l)
Vast:             (s)

Slide 3 - Slide

Faseveranderingen
                                                                            Hoe schrijf je dat op?
Fase overgangen
!!!!Tekening overnemen in je aantekeningen schrift

Slide 4 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
  • Een zuivere stof is één soort stof met één soort moleculen, bijvoorbeeld kristalsuiker, diamant of goud.
  • Een mengsel is een combinatie van stoffen, met meerdere soorten moleculen.

  • De meeste stoffen die wij gebruiken zijn mengsels.

Slide 5 - Slide

Mengsel en Zuivere stof

Slide 6 - Slide

7 soorten mengsels
  1. Oplossing         opgeloste stof in vloeistof
  2. Suspensie        vaste stof in vloeistof
  3. Emulsie              vloeistof in vloeistof
  4. Schuim              gas in vloeistof 
  5. Schuim              gas in vaste stof
  6. Rook                    vaste stof in gas
  7. Nevel                   vloeistof in gas

Slide 7 - Slide

Oplossing
Een oplossing is altijd helder.

Een oplossing bestaat uit een oplosmiddel waarin een vloeistof, vaste stof of gas in is opgelost.

Oplosmiddelen zijn vaak water of alcohol. 

Slide 8 - Slide

Suspensie
Een suspensie is troebel. 

Een suspensie bestaat uit een vloeistof waarin een vaste stof rondzweeft. 

Na een tijdje zinkt de vaste stof naar beneden en vormt daar een laagje. 

Slide 9 - Slide

Emulsie
Een emulsie bestaat uit een vloeistof waarin een andere vloeistof is gemengt. 

Na een tijdje ontmengen de vloeistoffen van elkaar. 
Om het gemengt te houden moet je een hulpstof (emulgator) toevoegen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Water in het lichaam
Ons lichaam bestaat gemiddeld voor 65 % uit water
Dat water raak je kwijt door Zweten, Plassen, Ontlasting

Dat water moet worden aangevuld. (je kan maar 10 dagen zonder water)

Aanvulling gebeurt via schoon drinkwater

Slide 12 - Slide

Verdeling van het water in je lichaam

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Welke van de onderstaande stoffen is het meest gebruikte oplosmiddel?
A
Chloor
B
Kwik
C
Water
D
Bloed

Slide 18 - Quiz

Bij het lijmen moet je even wachten, wat verdampt er tijdens het wachten?
A
Het bindmiddel in de lijm
B
Het oplosmiddel in de lijm
C
Het water rond de plakplaats

Slide 19 - Quiz

Gedestilleerd water vind je nergens in de natuur.
A
Waar!
B
Niet waar!

Slide 20 - Quiz

Je kan aardappels koken.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 21 - Quiz

Het water in beken, rivieren, meren en sloten is
A
grondwater.
B
oppervlaktewater.
C
zeewater.
D
zuiver,

Slide 22 - Quiz

Als de aarde veel minder water had was deze
A
niet bewoonbaar.
B
wel bewoonbaar.

Slide 23 - Quiz

Water heeft invloed op de gemiddelde temperatuur op aarde.
A
Niet waar.
B
Waar.

Slide 24 - Quiz

Water Hoofdstuk 2 Paragraaf 1
Lees eerst de tekst pagina 76 t/m 79

maak opdrachten 1,2,5,7,8,9

Volgende les:  Concentratie berekeningen

Slide 25 - Slide