De bouw van organismen

De bouw van een organisme
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De bouw van een organisme

Slide 1 - Slide

Leerdoel(en) van deze les
  • Je kunt omschrijven wat een weefsel en wat een orgaan is.
  • Je kunt in een afbeelding van de romp van een mens de organen benoemen.

Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme beschrijven

Slide 2 - Slide

Deze les
Voorkennis: Levenskenmerken en levensloop of cyclus
Theorie organen(stelsels)
Oefenen

Slide 3 - Slide

9 levensverschijnselen van organismen
  • groeien
  • ademhalen
  • uitscheiden
  • waarnemen
  • voeden
  • ontwikkelen
  • stofwisseling
  • bewegen 
  • voortplanten
  • GAUW VOS BV

Slide 4 - Slide

Dit is een ........

Slide 5 - Slide

Is de maag een orgaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Wat is de naam van dit orgaan
A
luchtpijp
B
longen
C
slokdarm
D
middenrif

Slide 7 - Quiz

Wat is de naam van dit orgaan
A
strottenhoofd
B
longblaasje
C
maag
D
Long

Slide 8 - Quiz

Organen van
de plant zijn
A
Het blad en de nerven
B
Stengel en een kiem
C
Wortel, stengel en bladeren
D
Hoofdwortel, zijwortel en wortelharen

Slide 9 - Quiz

Organen van de mens

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Organenstelsel: samenwerkende organen met 1 gezamenlijke functie

Slide 12 - Slide

Weefsels en cellen
Organen bestaan uit weefsel.
Voorbeelden van weefsel zijn:
beenweefsel, spierweefsel en 
zenuwweefsel.
Weefsel is opgebouwd uit cellen.
Allemaal met dezelfde 
bouw en functie.

Slide 13 - Slide

organisme -  organenstelsel- orgaan -  weefsel - cel

Slide 14 - Slide

zet de onderdelen van groot naar klein 1 is het groots en 4 is het kleins
1
2
3
4
weefsels
organen
orgaanstelsels
cellen

Slide 15 - Drag question

Cel
Organisme
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel

Slide 16 - Drag question

Zet op volgorde van klein naar groot
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme

Slide 17 - Drag question

Middenrif
Buikholte
Borstholte

Slide 18 - Drag question

De luchtpijp hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingstelsel
D
Voortplantingstelsel man

Slide 19 - Quiz

De aorta hoort bij het
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 20 - Quiz

De lever hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Voortplantingstelsel vrouw
C
Zenuwstelsel
D
Verteringstelsel

Slide 21 - Quiz

De dijbeenspier hoort bij het
A
Spierstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Skelet

Slide 22 - Quiz

Het ruggemerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel

Slide 23 - Quiz

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel

Slide 24 - Quiz

Levenskenmerken

Slide 25 - Mind map

Opdrachten
Maak de opdrachten van 1.2 
en de test je zelf opdrachten
IN STILTE: dus ZS
timer
10:00

Slide 26 - Slide