3.9 persoonsvorm vt zwak en MV zelfstandige NW

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Doel

Aan het eind van de les weet je hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden (klankvaste werkwoorden) kunt vormen.

Aan het eind van de les weet je hoe het meervoud van ZN spelt

zwakke werkwoorden

• Een zwak werkwoord verandert niet van klank in de verleden

       tijd:  

• ik werk - ik werkte - wij werkten
• ik leef  -  ik leefde -  wij leefden
  

tt tijd werkwoorden

• vul "maken" in
• hoor je "maak"-> ik vorm
• hoor je "maakt"-> ik vorm +t
• hoor je "maken"-> hele ww (=infinitief)

verleden tijd zwakke ww

• vul "maken" in->hoor je "maakte"-> ik vorm + te of

                                                                                   ik vorm + de

• vul "maken" in: hoor je "maakteN"-> ik vorm + teN of + deN   
• je gebruikt T KOSCHIP X om te bepalen of je te(n) of de(n) krijgt    

vt:
Mijn broer (kleden) ..... zich aan.

1. kleed
2. kleedt
3. kleette
4. kleedde

Omdat de keeper zo (stuntelen vt), (vergroten vt) hij op een eenvoudige manier de voorsprong.

1. stuntelde vergrote
2. stundelte vergrote
3. stuntelde vergrootte
4. stuntelt vergroot

De politie .... dat de brand is aangestoken. (vt)

1. vermoed
2. vermoeden
3. vermoedde
4. vermoedt

Niels (verwachten) vt dat hij uitgenodigd zou worden.

1. verwachte
2. verwachtten
3. verwachtte
4. verwachten

vt:
De bus (vertrekken) ..... om 8 uur.

1. vertrekt
2. vertrekte
3. vertrok
4. vertrokte

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
KRABBEN

1. krab
2. krabte
3. krabde
4. krabtde

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
RUSTEN

1. rust
2. ruste
3. rustten
4. rustte

meervoud zelfstandige naamwoorden

klemtoon op laatste lettergreep -ie- -> ën achter het woord

melodie-> melodieën

Het meervoud van knie is:

1. knieën
2. knieeën
3. kniën

Wat is de juiste meervoudsvorm?
idee -

1. ideeen
2. ideeën
3. ideen
4. idees

Latijnse woorden

• Latijnse woorden die eindigen op -um-> krijgen in het meervoud-(-e)a of -s
  

museum- musea

museum- museums

Het meervoud van museum is:

1. museums
2. musea
3. museums en musea
4. museum heeft geen meervoud

woorden met -cus -> ici

politicus- politici

academicus- academici

Wat is het meervoud van politicus?

1. politici
2. politica

Wat is het meervoud van musicus?

1. musicussen
2. musici

Zijn de leerdoelen behaald?
Aan het eind van de les weet je hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden (klankvaste werkwoorden) kunt vormen.

Aan het eind van de les weet je hoe het meervoud van ZN spelt

meervouden zelfstandige naamwoorden

• zet -en achter het enkelvoud ->dag-dagen
• verandert de klank? pas het woord aan ->glas-glazen
• +s-> drempel-drempels
• eindigt het woord op -a,-o, -u, -i, -y -> 's  -> oma- oma's
• sommige woorden hebben 2 vormen meervoud ->

gedachte-gedachtes-gedachten

Het meervoud van grens is:

1. grensen
2. grenszen
3. grenzen
4. grens heeft geen meervoud

Meervoud van party

1. parties
2. partys
3. party's
4. partie's

Het meervoud van farao is:

1. faraos
2. faros
3. farao's

Wat is het meervoud van etui

1. etuis
2. etui 's

Meervoud van: rugtas

1. Rugtas
2. Rugtasen
3. Rugtassen
4. Rugtaassen

Wat is het meervoud van 'boef'.

1. boeven
2. boefen

Wat is het meervoud van alinea?

1. alineas
2. alinea's

Het meervoud van garage is:

1. garages
2. garage's

Het meervoud van accu is:

1. accus
2. accu's
3. accuus
4. accuu's

wat is het meervoud van kroon

1. kroonnen
2. kronen

wat is het meervoud van kluif

1. kluifen
2. kluiven

Wat is het meervoud van dak?

1. dakken
2. daken

Het meervoud van kano is:

1. kanoos
2. kano's
3. kanoën

wat is het meervoud van haas

1. hasen
2. hazen

wat is het meervoud van huis

1. huizen
2. huisen

Wat is het meervoud van tante?

1. tantes
2. tante's

Wat is het meervoud van duif?

1. duiven
2. duifen

Wat is het meervoud van pyjama?

1. pyjamaas
2. pyjama's