Hoofdstuk 10.3 Loon- en inkomstenbelasting

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is nou eigenlijk belasting
Belasting is het geld wat bedrijven en inwoners van een land, bijv. Nederland, iedereen moet betalen op bv. inkomen en bezittingen aan de overheid van hun land. Van dat geld onderhoudt een land bijvoorbeeld het leger (defensie), betaalt het de ambtenaren (ministers, regering, burgemeesters, wethouders, agenten), en betaalt het de kosten van ziekenhuizen, het aanleggen van wegen en betaalt het pensioenen en AOW. 

Slide 2 - Slide

Belastingstelsels
Proportioneel                   Progressief                              Degressief
Vast percentage over hele inkomen
Hoger inkomen?Hoger belasting-percentage
Hoger inkomen = lager belastingpercentage
vb: vast bedrag

Slide 3 - Slide

Wat wordt bedoelen we met Nivelleren
A
De inkomens ongelijkheid wordt groter
B
De inkomens ongelijkheid blijft gelijk
C
De inkomens ongelijkheid wordt kleiner
D
De inkomens nemen bij alle groepen toe

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Belastingschijven

Slide 7 - Slide

Wat is de schijflengte van de 1e schijf in 2021?
A
20142
B
33994
C
68507
D
34513

Slide 8 - Quiz

In box 2 wordt je belast voor inkomen uit aanmerkelijk belang.
Wat verstaat de belastingdienst onder aanmerkelijk belang?
A
Meer dan 5 %
B
Meer dan 50 %
C
Meer dan 25 %
D
Meer dan 10 %

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat verstaat de belastingdienst onder heffingskortingen?
A
Korting op de inkomstenbelasting in Box 1
B
Korting op alle inkomstenbelasting en premies
C
Korting op alle inkomstenbelasting in Box 1 en Box 3
D
Korting op het inkomen in alle boxen

Slide 12 - Quiz

Zet het juiste begrip bij de omschrijving

Box 3


Marginaal belastingstelsel



Vermogensrendementsheffing



Hypotheekrenteaftrek




Belastingpercentage dat iemand moet betalen over een extra verdiende euro
Hierdoor wordt het belastbare inkomen uit werk en inkomen lager
Vermogen uit sparen en beleggen belast
Heffing op het voordeel uit sparen en beleggen

Slide 13 - Drag question

Leg uit waaraan je kan zien dat de belastingtarieven progressief aan
A
De tarieven nemen toe naarmate het inkomen toeneemt
B
De belasting neemt toe als het inkomen toeneemt

Slide 14 - Quiz

Welk belastingbeginsel hoort bij een progressief belastingstelsel?
A
Solidariteit
B
Draagkracht
C
Profijt
D
Effectief

Slide 15 - Quiz