Grammatica C: werkwoord

Voordat we gaan beginnen...

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel

Leg je huiswerk (opdracht 8, blz. 95) op de hoek van je tafel
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Voordat we gaan beginnen...

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel

Leg je huiswerk (opdracht 8, blz. 95) op de hoek van je tafel

Slide 1 - Slide

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Grammatica B: zn, bn, olw, blw
Huiswerk nakijken
Grammatica C: werkwoord
Wat weet je al?
Huiswerk

Slide 3 - Slide

Opdracht 8
zn - bn - blw - olw
a. Ter ere van de kroket is het zaterdag 9 oktober Nationale Krokettendag, een eerbetoon aan de in 2014 overleden recensent en krokettenfan Johannes van Dam.
b. Waarom blijven mensen massaal verslingerd aan de warme snack in zijn krokante jasje?
c. 'Bij de lunch begint het vaak al te kriebelen', zegt culinair historicus Lizet Kruyff.
d. Een kroket is bijna altijd lekker: warm, hartig en romig.

Slide 4 - Slide

Grammatica C:
werkwoorden

Wat weet je al?

Slide 5 - Slide

Wat zijn werkwoorden?

Slide 6 - Mind map

Noteer de werkwoorden:
De jonge actrice zal de hoofdrol spelen in deze nieuwe film.

Slide 7 - Open question

Noteer de werkwoorden:
Onze buren komen vanmiddag op bezoek.

Slide 8 - Open question

Noteer de werkwoorden:
Ze mocht een milkshake halen bij de snackbar.

Slide 9 - Open question

Noteer de werkwoorden:
Van mijn ouders moet ik mijn kamer dit weekend opruimen.

Slide 10 - Open question

Noteer de werkwoorden:
Het elftal heeft zijn beste wedstrijd in tijden gespeeld.

Slide 11 - Open question

Noteer de werkwoorden:
Hij sliep vannacht slecht door het luide onweer.

Slide 12 - Open question

Huiswerk
Maken: opdracht 3a - blz. 96 (oefenboek)
Lezen: 'Werkwoord' - blz. 162 + 163 (handboek)
Alleen en in stilte
Donderdag 16 november

Klaar? Lees verder uit je leesboek

Slide 13 - Slide

Voordat we gaan beginnen...

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel


Slide 14 - Slide

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte

Slide 15 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Grammatica C: werkwoord
Wat weet je nog
Zelfstandig werkwoord - hulpwerkwoord - koppelwerkwoord
Opdrachten maken

Slide 16 - Slide

Wat weet je nog?
Wat zijn werkwoorden?

Slide 17 - Slide

Noteer alle werkwoorden uit de zin

a. De jonge actrice zal de hoofdrol spelen in deze nieuwe film.
b. Zij is later een bekende zangeres geworden.
c. Van mijn ouders moet ik eerst mijn huiswerk maken.
d. Het elftal heeft zijn beste wedstrijd in tijden gespeeld.
e. Na de bruiloft zal zij mevrouw Kranendonk gaan heten.
timer
3:00

Slide 18 - Slide

zww - kww - hww
- Zelfstandig werkwoord (zww): het belangrijkste werkwoord - doe-woord
- Koppelwerkwoord (kww): het belangrijkste werkwoord -
ben-woord
Hulpwerkwoord (hww): helpt eventueel het zww of kww

Slide 19 - Slide

zww - kww - hww?
a. De jonge actrice zal de hoofdrol spelen in deze nieuwe film.
b. Zij is later een bekende zangeres geworden.

c. Van mijn ouders moet ik eerst mijn huiswerk maken.
d. Het elftal heeft zijn beste wedstrijd in tijden gespeeld.
e. Na de bruiloft zal zij mevrouw Kranendonk gaan heten.
timer
3:00

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Maken: opdracht 7
Bladzijde 97
Noteer eerst de werkwoorden!
Alleen en in stilte
Woensdag 6 december

Klaar? Lees verder uit je leesboek

Slide 21 - Slide

Voordat we gaan beginnen...
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel

Leg je huiswerk (opdracht 7, blz. 97) op de hoek van je tafel.


Slide 22 - Slide

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte

Slide 23 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Grammatica C: werkwoord
Wat weet je nog
Zelfstandig werkwoord - hulpwerkwoord - koppelwerkwoord
Huiswerk nakijken
Quizlet Woordenschat / Broodje aap

Slide 24 - Slide

Wat weet je nog?
Welke drie werkwoorden zijn er?
Schrijf op wat elk werkwoord inhoudt

Slide 25 - Slide

zww - kww - hww
- Zelfstandig werkwoord (zww): het belangrijkste werkwoord - doe-woord
- Koppelwerkwoord (kww): het belangrijkste werkwoord -
ben-woord
Hulpwerkwoord (hww): helpt eventueel het zww of kww

Zij is laatst jarig geweest.
Ik ben vanochtend naar school gelopen.

Slide 26 - Slide

Arthur Bates Jr., een inwoner van de Amerikaanse stad Slidell, [is] gearresteerd.
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 27 - Quiz

Arthur Bates Jr., een inwoner van de Amerikaanse stad Slidell, is [gearresteerd].
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 28 - Quiz

Hij [was] zogenaamd betrokken bij bij een ongeval met een Tesla Model 3.
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 29 - Quiz

Hij was zogenaamd [betrokken] bij bij een ongeval met een Tesla Model 3.
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 30 - Quiz

Maar de camerabeelden [lieten] iets heel anders zien.
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 31 - Quiz

Maar de camerabeelden lieten iets heel anders [zien].
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 32 - Quiz

Het ongeval [was] hartstikke nep.
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 33 - Quiz

Bates [had] het hele vooral namelijk in scène gezet.
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 34 - Quiz

Bates had het hele vooral namelijk in scène [gezet].
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 35 - Quiz

Bij een andere auto [was] hij er misschien mee weggekomen.
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 36 - Quiz

Bij een andere auto was hij er misschien mee [weggekomen].
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 37 - Quiz

Maar helaas [was] dat nu niet het geval!
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Video