Opwekking van Lazarus.
Het evangelie volgens Johannes vertelt over de opwekking van Lazarus.
In het verhaal wordt gezegd dat Maria en Martha, de zussen van Lazarus, een boodschap naar Jezus stuurden om hem te vertellen dat zijn vriend ziek was. Maar Jezus antwoordde dat deze ziekte niet tot de dood zou leiden, maar tot de verheerlijking van God en hij bleef nog twee dagen waar hij was, in de buurt van het meer van Genezareth. Daarna vertrok hij met zijn leerlingen naar Bethanië. Toen ze daar aankwamen, bleek dat Lazarus al vier dagen overleden was. Martha was Jezus tegemoetgekomen en zei hem:
Heer, als U hier geweest was zou mijn broer niet gestorven zijn, maar ook nu weet ik dat God U alles wat U van God vraagt, geven zal.
Waarop Jezus antwoordde dat haar broer weer zou opstaan. Ze gingen vervolgens naar het graf waar ook Maria naartoe was gegaan. Jezus liet de grafsteen wegrollen en na een gebed tot God riep hij: "Lazarus kom naar buiten", waarop Lazarus uit het graf kwam, nog gewikkeld in zijn doodskleden.
Het evangelie zegt dat veel Joden die het wonder gezien hadden in hem geloofden, maar anderen gingen naar de farizeeën die besloten hem te laten doden. Het verhaal van de opwekking uit de doden gaat vooraf aan het verhaal over de dood en opstanding van Jezus en wordt daarom als een voorafbeelding van de opstanding van Jezus zelf gezien.