Kwantitatieve observaties
Schrijf een korte conclusie
Gebruik geen: veel, goed, altijd --> of onderbouw het
Gebruik feiten: "Tijdens de instructie laat S. vooral niet taakgericht gedrag zien. S. kijkt in de 10 minuten observatietijd 8x achterom, praat 7x met zijn buurman, werkt 3x keer in zijn schrift."