Leesstrategieën klas 2 Duits

Deutsch
Wilkommen bei 
der letzte 
Stunde 
Deutsch!

1 / 39
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deutsch
Wilkommen bei 
der letzte 
Stunde 
Deutsch!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesopbouw en Lesdoel

  • Lesdoel bespreken:   leesstrategieën               
  • toetsweek en inhalen
  • Hoe sta je ervoor? Wat moet je nog maken?
  • Volgend schooljaar?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?

  • Uitleg over leesstrategieën

  • Oefenen met leesstrategieën

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les:
  • Aan het einde van de les weet je welke leesstrategieën er zijn.

  • Aan het eind van de les begrijp je wanneer je welke leesstrategie moet gebruiken.

  • Aan het eind van de les kun je de leesstrategieën gebruiken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Energie
Hopelijk 
zie je 
het 
licht :-)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Manieren van lezen - wat weet je al?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Lees je een stripverhaal op dezelfde manier als de handleiding van een IKEA kast?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Is het handig om tijdens een leestoets bij iedere vraag de hele tekst te lezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke leesstrategieën ken je?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarom moet je dit weten?
  • Je hoeft niet elke tekst helemaal te lezen om het antwoord op een vraag te krijgen. 

  • Goed kunnen lezen zorgt voor gezonde hersenen met een goed geheugen. Erg handig voor bij een toets bijvoorbeeld!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leesstrategieën

  • zijn verschillende manieren hoe je een tekst leest.

  • je gebruikt niet dezelfde leesstrategie bij iedere vraag

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verkennend lezen
  • Je kijkt naar de de titel, tussenkopjes en plaatjes
  • Je weet dan al iets van de tekst zonder echt te lezen
  • Dit doe je eigenlijk al bij iedere tekst
  • Activeert je voorkennis over het onderwerp

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voorspellen
Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nauwkeurig lezen
Je leest een tekst nauwkeurig als je de tekst wilt begrijpen en precies wil weten wat erin staat. Dat doe je zo:

  • Je let op de informatie die de inleiding en het slot geven.
  • Je stelt vragen over het onderwerp van de tekst.
  • Je zoekt op wat de moeilijke woorden in de tekst betekenen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Woordbetekenissen raden / afleiden
Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd. 
  • Lijkt het woord op het Nederlands of Engels (andere MVT)?
  • Spreek het woord in gedachten uit. 
  • Hak het woord in stukjes.
  • Kijk naar de context waarin de zin staat. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zoekend lezen
Zoekend lezen wordt ook wel 'scannen' genoemd. Je hebt een vraag waarop je een antwoord wilt hebben. 
Dat doe je zo:

  • Je kijkt naar de titel en de tussenkopjes. In welke alinea zou het antwoord kunnen staan?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Scannen
Je scant de tekst om een bepaald stukje 
informatie te vinden. 
Je leest dus selectief. 

Als je opzoek bent naar maar één bepaald 
gegeven, maak je gebruik van scannen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Studerend lezen
Studeren lezen gebruik je als je de inhoud van de tekst wil leren. Zo doe je dat:

  • Je leest de tekst eerst verkennend om een indruk te   krijgen van de tekst. Daarna lees je de tekst nauwkeurig. 
  • Maak aantekeningen tijdens het lezen. 
  • Onderstreep moeilijke woorden en zoek de betekenis op.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden
Signaalwoorden zijn heel belangrijk en geven je veel info over de opbouw en inhoud van de tekst.

Daarom heb je al zo veel signaalwoorden in de Lernboxen geleerd.

Zij staan vaak aan het begin van de zin of na een komma. 

 



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Uitbreiding / opsomming 
Reden / oorzaak
Tegenstelling
Gevolg / conclusie 
Voorbeeld
Beperking
deshalb (daarom)
außerdem (bovendien)
aber (maar)
denn (want)
etwa (bijvoorbeeld)
nur (slechts, alleen maar)

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Welke leesstrategie gebruik je het meest?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Er ligt een leestoets voor je. Wat zijn je eerste stappen?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Je hebt net de eerste stappen toegepast bij de vorige slide. Welke informatie heb je?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat willen de meisjes vandaag met de lama´s  gaan doen?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat willen de meisjes vandaag met de lama´s gaan doen?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Trucje: zoek een woord uit de vraag

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je van de haren van de lama’s maken?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions


Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Goed lezen!
 Vind je het WOORD dat je zoekt, lees de hele zin die er staat. Soms ook nog 1 zin ervoor en 1 erna

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Was ist speziell bei Lamas?
(je verwacht het niet... signaalwoord)
A
Sie laufen wie ein Hund
B
Lamas lieben Fotos machen
C
Sie sind groß, aber doch sehr lieb
D
Sie essen Mais

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Herzlich Willkommen!
 ….. Dezember 2020
Was sind "Signaalwoorden"? 


Definitie
  • Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee eenbepaald  verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen. 
  • Door signaalwoorden kun je als lezer ‘signaleren’ dat er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een tegenstelling, een chronologisch verband of een oorzaak en gevolg. 
  • Er zijn er bijvoorbeeld signaalwoorden voor opsommingen, vergelijkingen,   conclusies, etc.
  • Een signaalwoord wordt ook wel een ‘verbindingswoord’ of een ‘indicator’   genoemd (www.examenoverzicht.nl)

Slide 33 - Slide

Ik laat leerlingen eerst aantwoord geven. 
Signaalwoorden - Sleep de juiste signaalwoord na hun aufgab ein de tekst
Opsomming
Tegenstelling
Reden/oorzaak
 Voorbeeld
Conclusie
außerdem – bovendien, daarenboven
dann – dan , vervolgens
auch – ook
und - en  
 doch – toch
trotzdem – toch, desondanks

 

aber – maar

 denn – want

weil – omdat

deswegen - daarom, om die reden
zum Beispiel - bijvoorbeeld
also - dus

deshalb - derhalve, daarom

daher - vandaar

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

Welches "Signaalwoord" fehlt?

Bereits vor etwa 4000 Jahren gab es in China ein Spiel, das mit dem Fuß und einem Ball aus Leder gespielt wurde. _______ im alten Ägypten, bei den Griechen und Römern kannte man ähnliche Spiele.
A
opsomming: auch =ook
B
Reden/oorzaak: weil=omdat

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Welches "Signaalwoord" fehlt?

England wird gerne als „Mutterland des Fußballs" bezeichnet _______ dort wurde das Spiel weiter entwickelt.
A
Voorbeeld: zum Beispiel = bijvoorbeeld
B
Reden/oorzaak: denn=want

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Was ist wichtig bevor man einen Text liest?
A
Erst darüber nachdenken was das Thema ist und was ich weiß.
B
Nichts - einfach lesen
C
Erstmal sagen und denken: Der Text ist zu schwer.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Herzlich Willkommen!
 ….. Dezember 2020
Wat zijn hoofdzaken?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions