1HV - herhaling grammar unit 1+2

Herhaling grammar unit 1+2
New Interface 1HV
1 / 49
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling grammar unit 1+2
New Interface 1HV

Slide 1 - Slide

Hoe noemen wij de "personal pronouns" in het Nederlands?

Slide 2 - Open question

Geef voorbeelden van personal pronouns:

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

I asked ___ (hem) a question

Slide 6 - Open question

Do you like ___ (hun)?

Slide 7 - Open question

Your dog is quite old, isn't ____?

Slide 8 - Open question

Wat betekent het werkwoord "to be"?

Slide 9 - Open question

Welke vormen heeft het werkwoord "to be"?

Slide 10 - Mind map

Welke vertalingen van het lidwoord "een" ken je in het Engels?

Slide 11 - Open question

Wanneer gebruik je het lidwoord "a"?

Slide 12 - Open question

Wanneer gebruik je het lidwoord "an"?

Slide 13 - Open question

__________ dress
______ aeroplane
_____ university
_______ hour
______ scarf
_______ umbrella
A
An
A
An
A
An

Slide 14 - Drag question

Hoe schrijf je 25 voluit in het Engels?

Slide 15 - Open question

Hoe schrijf je 18 voluit in het Engels?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Write out in English
8ste

Slide 19 - Open question

Write out in English
44ste

Slide 20 - Open question

Write out in English
20ste

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Schrijf voluit in het Engels en start je zin met The time is
Het is negen uur.

Slide 23 - Open question

Schrijf voluit in het Engels en start je zin met The time is
Het is kwart voor een.

Slide 24 - Open question

Waar moet je aan denken als je de dagen en maanden in het Engels schrijft?

Slide 25 - Open question

Schrijf voluit in het Engels:
dinsdag twee mei

Slide 26 - Open question

Hoe zeg je in het Engels:
Ik heb een pen.

Slide 27 - Open question

Hoe zeg je in het Engels:
Hij heeft een antwoord.

Slide 28 - Open question

Hoe zeg je in het Engels:
Ik kan haar niet helpen.

Slide 29 - Open question

Aanwijzende voornaamwoorden
Demonstrative pronouns

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Enkelvoud  dichtbij
Meervoud dichtbij
Enkelvoud ver weg
Meervoud ver weg
These
Those
This
That

Slide 32 - Drag question

This, that, these, those?
Do you see ... shoes over there in the display window?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Maak meervoud:

chair
A
chairs
B
chair
C
chaires

Slide 36 - Quiz

Maak meervoud:

potato
A
potatos
B
potatoos
C
potatoes

Slide 37 - Quiz

Plurals quiz:
What is the plural of mouse

Slide 38 - Open question

What is the plural form of "radio"?

Slide 39 - Open question

What is the plural form of "woman"?

Slide 40 - Open question

Present simple
Tegenwoordige tijd

Slide 41 - Slide

Als je de juiste vorm van het werkwoord in moet vullen in de present simple, waar moet je dan uit kiezen?

Slide 42 - Open question

Wanneer kreeg je ook al weer werkwoord+s?

Slide 43 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
I ... (play) hockey every week.

Slide 44 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
He ... (work) in an office.

Slide 45 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
John ... (go) to school every day.

Slide 46 - Open question

Ik denk dat ik de grammar goed genoeg ken voor de toetsweek.
ja
nee
bijna

Slide 47 - Poll

Ik vond dit een nuttige les.
ja
nee

Slide 48 - Poll

To do:                   calm learning atmosphere
- Do the formative test on Kwizl.eu/app again and improve your score!
kwizl.eu/app --> Log in met Entree --> nieuwe toetsen --> 
1 H/V NI formative test Unit 1+2

Go to Google Classroom--> Oefenen Unit 1+2

Done? Study phrases unit 1 & 2 on StudyGO or read your book
Work on a different subject (vak)

Slide 49 - Slide