5.1 Je omgeving waarnemen

5.1
 Je omgeving waarnemen
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.1
 Je omgeving waarnemen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
  •   Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
  •  Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen.

Je kunt dingen om je heen zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Daarvoor gebruik je zintuigen. Om waar te nemen zijn ook je hersenen nodig.

Slide 2 - Slide

Waarnemen
Als je chocolade ziet en ruikt, gebruik je de zintuigen in je ogen en in je neus. Deze zintuigen geven seintjes af, die via zenuwen naar je hersenen gaan. Je hersenen verwerken deze seintjes. Dan weet je dat er chocolade voor je neus staat: je neemt de chocola waar (zie afbeelding 1).

Slide 3 - Slide

Zintuigen

Om je omgeving waar te nemen, gebruik je je zintuigen. Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels (bepaalde invloeden uit de omgeving). Voorbeelden van prikkels zijn licht, geluid, geur en aanraking. Doordat je zintuigen prikkels opvangen, kun je dingen waarnemen.

zintuig
zintuig:
een orgaan dat op prikkels reageert
prikkels
prikkels
een invloed uit de omgeving op een organisme

Slide 4 - Slide

Zintuigen

In de zintuigen liggen zintuigcellen. Zintuigcellen zijn aangesloten op zenuwen die verbonden zijn met de hersenen. Als zintuigcellen prikkels opvangen, ontstaan in de zintuigcellen impulsen, een soort elektrische signalen (‘seintjes’). De zenuwen leiden de impulsen naar de hersenen.
zintuigcellen
zintuigcellen:
cellen in de zintuigen die zijn aangesloten op zenuwen
impuls
impuls:
elektrisch signaal dat van de zintuigen door zenuwen naar de hersenen wordt geleid

Slide 5 - Slide

Een invloed uit de omgeving op een organisme is een...

Slide 6 - Open question

Waar ontstaan elektrische signaaltjes als geluid wordt opgevangen?

Slide 7 - Open question

Hoe noem je deze elektrische signaaltjes?

Slide 8 - Open question

Yonis heeft zijn ogen dicht. Zenna stopt iets te eten in zijn mond en vraagt hem om te zeggen wat hij proeft.
Met welk deel van zijn lichaam neemt Yonis waar wat hij eet?

Slide 9 - Open question

Yonis heeft zijn ogen dicht. Zenna stopt iets te eten in zijn mond en vraagt hem om te zeggen wat hij proeft.
Yonis neemt met zijn hersenen waar wat hij eet.
Tijdens het proeven worden bij Yonis (1) impulsen / (2) prikkels vanuit zijn tong via (a) zenuwen / (b) zintuigen naar zijn hersenen geleid
A
1 & a
B
2 & b
C
1 & b
D
2 & a

Slide 10 - Quiz

Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
  • Zintuig: een orgaan dat reageert op prikkels
       -  prikkel: een invloed uit de omgeving op prikkels.
  • Als zintuigcellen prikkels opvangen, ontstaan in de zintuigcellen impulsen.
      - Impulsen zijn elektrische signalen ('seintjes'), die van de zintuigen via  zenuwen naar de hersenen worden geleid.
      - De hersenen verwerken de impulsen die van de zintuigen afkomen.

Slide 11 - Slide