Psychopathologie

Hoe ga je als verpleegkunde om met een patient die schizofrenie heeft?
Planning les:
5 min lesplanning + leerdoelen doornemen
5 min voorkennis activeren
5 min informatie 
5 min filmpje
10 min informatie
10 min quiz + casus

1 / 23
next
Slide 1: Slide
PsychopathologieBeroepsopleiding

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe ga je als verpleegkunde om met een patient die schizofrenie heeft?
Planning les:
5 min lesplanning + leerdoelen doornemen
5 min voorkennis activeren
5 min informatie 
5 min filmpje
10 min informatie
10 min quiz + casus

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Aan het einde van deze les weet je wat de symptonen van schizofrenie zijn
- Aan het einde van de les kan je voorbeelden van gedrag benoemen
- Aan het einde van de les weet je de basishouding van de verpleegkunde
- Aan het einde van de les weet je wat wanen zijn en hoe je die kan herkennen
- Aan het einde van de les weet je het verschil tussen positieve en negatieve symptonen
- Aan het einde van de les kan je doormiddel van de casus verschillende verpleegkundige diagnoses en interventies omschrijven

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij schizofrenie?

Slide 3 - Mind map

Wat zijn de symptonen van schizofrenie?
Je hebt last van:
- wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, gedesorganiseerd gedrag of catatonie 

Slide 4 - Slide

Voorbeelden gedrag
- staren naar het plafond
- kijkt naar iets wat jij niet ziet
- zit in een hoekje gespannen te luisteren
- mompelen
- heen en weer lopen

Slide 5 - Slide

Filmpje
In onderstaand filmpje verteld een ervaringsdeskundige hoe het is om een psychose te ervaren....

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Basishouding verpleegkunde
veiligheid:
- eenduidig handelen
- rust en kalmte
- realiseer dat de patient uit achterdocht redeneert
- houd rekening met de nodige afstand

Slide 8 - Slide

Basishouding verpleegkunde
structuur:
- gericht op het hervinden van eigen structuur dag en nacht
- directe begeleiding
- wees helder in wat er komen gaat
- onderhandelen

Slide 9 - Slide

Wanen
Ook wel een inhoudelijke denkstoornis is:
- een overtuiging die in strijd is met de realiteit
- beinvloed het denken, gedrag en emoties in sterke maten

Slide 10 - Slide

Verschillende wanen
- zelfwanen
- somatische wanen
-paranoïde wanen

Slide 11 - Slide

Negatieve symptonen
- verlies plezier
- verlies motivatie
- vlak affect
- sociale teruggestrokkenheid
- gebrek emotionele expressie

Slide 12 - Slide

Positieve en negatieve symptomen. leg het verschil uit:

Slide 13 - Open question

Wat is geen symptoon van schizofrenie?
A
Gedesorganiseerd gedrag
B
Onsamenhangende spraak
C
Wanen
D
Stemmingswisselingen

Slide 14 - Quiz

Wat is een basishouding verpleegkunde?
A
structuur en veiligheid
B
behulpzaam en ondersteunend
C
actief en betrokken

Slide 15 - Quiz

Leroy durft zijn kamer niet meer op te gaan. Hij verteld dat er demonen ronddwalen die in hem willen kruipen en hem willen bezitten. Hij vertelt dat ze boos naar hem kijken, om hem heen dansen en wachten op een geschikt moment om toe te slaan.
A
Leroy heeft last van wanen
B
Leroy heeft last van hallucinaties
C
Leroy heeft teveel televisie gekeken
D
Leroy heeft last van mutisme.

Slide 16 - Quiz

Roy heeft zijn televisie kapot gegooid. ‘Ik moest dit wel doen, anders vindt de alien mij’, aldus Roy. Hij geeft aan dat ze hem via zijn televisie op kunnen sporen en hij wil niet dat ze hem vinden.

A
Roy heeft een waan
B
Roy heeft een hallucinatie

Slide 17 - Quiz

Je bent een potje aan het schaken met Adriaan, een man van 57 jaar. Hij was ooit nationaal kampioen bij de junioren in het schaken. Na tien minuten schudt hij zijn hoofd en wil weg. Na tien minuten is hij nog niet terug. Als je hem zoekt, ligt hij op bed met zijn ogen dicht. Hij is moe, zegt hij.
A
Adriaan heeft last van negatieve symptomen
B
Adriaan heeft last van positieve symptomen

Slide 18 - Quiz

Casus
Liv is 23 jaar en is patient in het umc. Liv heeft schizofrenie. Tijdens het avondeten krijgt Liv haar zelfsamengestelde maaltijd. Dit is kip met pasta en broccoli. Liv eet alleen de pasta en broccoli op. De verpleegkunde vraagt aan haar hoezo zij niet haar kip opeet. Liv die kijkt geschrokken op en heeft een stressende houding. Ze zegt luid ik weet dat dit mensenvlees is hoor en ze slaat haar armen over elkaar.

Slide 19 - Slide

Opdracht: Wat is/zijn de verpleegkundige diagnose(s) en welke interventie(s) kan je toepassen?

Slide 20 - Open question

Antwoord verschil negatieve en positieve symptonen:
Positieve symptomen gaan over verschijnselen die als het ware bij iemands manier van denken en doen komen, zoals hallucinaties, wanen en verward denken en handelen. Negatieve symptomen gaan over gedrag dat juist is verdwenen of minder is geworden.

Slide 21 - Slide

Antwoorden casus:
Verpleegkundige diagnoses:
- acute verwardheid
- afwijkend ademhalingspatroon
- hallucinatie 
- onrust
- probleem met eetgedrag
- wanen

Interventies: 
- de patient serieus nemen, maar niet erin mee gaan
- vragen wat je voor de patient kan betekenen

Slide 22 - Slide

Einde les!
Goed gewerkt :)

Slide 23 - Slide