SLB MZ2380 Les 11 week 13

SLB
1 / 33
next
Slide 1: Slide
SLBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

SLB

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Vul een 'te laat-briefje' in en geef dit dan aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma lesweek 13
(week van 27 november 2023)
 SLB
  1. AWR (deze les)
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Belangrijke mededelingen
  5. Kinderrechten
  6. filmpjes en vragen
  7. Afsluiting 

Slide 3 - Slide

Afhankelijk van waar je klas is kun je of pecha kucha afmaken of nog extra aandacht besteden aan de ontwikkelgesprekken. 
AWR 

90% of hoger aanwezig


Verzuimgesprekken:

De consequenties bij het niet afmelden van de verzuimgesprekken, kunnen worden opgenomen in je ontwikkelingsgesprekken en of verbeterplan. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we vorige week gedaan?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Belangrijke data
Dinsdag 5 december:
- studiedag. Jullie zijn vrij
Vrijdag 08 december:
- Inleveren herkansing module beroepsoriëntatie
Dinsdag 12 december:
- Studiedag. Jullie zijn vrij




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen


  1. Aan het einde van de les kan je vertellen wat kinderrechten zijn
  2. Aan het einde van de les kan je vertellen wanneer de kinderrechten ontstaan zijn

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Quizvraag 1:Het Kinderrechtenverdrag gaat over de rechten van
A
Kinderen in alle landen, die het Kinderrechtenverdrag hebben ondertekend.​
B
Kinderen uit ontwikkelingslanden.​
C
Alle kinderen in Nederland.​

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 2: In het Kinderrechtenverdrag staat dat:
A
Kinderen altijd hun zin moeten krijgen.
B
Kinderen netjes op hun beurt moeten wachten.
C
Kinderen altijd hun mening mogen geven.​

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 3: Wie moet er volgens het Kinderrechtenverdrag goed voor kinderen zorgen?
A
Ouders of verzorgers en de regering.
B
De regering.
C
Ouders of verzorgers.​

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 4: Wie heeft het Kinderrechtenverdrag geschreven?
A
De Nederlandse regering.​
B
De kinderombudsman.​
C
De Verenigde Naties.​

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Quizvraag 5: Jesse van dertien heeft een game gestolen bij een gamewinkel. Moet hij hiervoor gevangenisstraf krijgen?
A
Ja, een gevangenisstraf is goed om te voorkomen dat Jesse nog een keer steelt.
B
Nee, kinderen krijgen pas straf als ze veertien jaar zijn.
C
Nee, voor stelen krijg je nooit een straf.
D
Nee, er wordt eerst gekeken welke straf beter past bij Jesse.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 6: Mag de buurman aan een kind vragen zijn auto te wassen voor drie euro?
A
Ja, als hij het kind voor die prijs niet meer dan één auto laat wassen.​
B
Ja, zolang het kind het geld dat hij verdient niet hoeft af te staan, aan bijvoorbeeld ouders.​
C
Nee, drie euro is te weinig geld voor het wassen van een auto.​
D
Nee, het is kinderarbeid als een kind klusjes doet voor geld en dat is verboden..​

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 7: De ouders van Sanne en Jeffrey hebben weinig geld en kunnen de huur voor het huis niet meer betalen. Moeten Sanne en Jeffrey naar een pleeggezin?
A
Ja, de rechter bepaalt dat Sanne en Jeffrey naar een pleeggezin moeten.
B
Nee, een pleeggezin is alleen voor kinderen van wie hun ouders niet voor ze kunnen zorgen.​
C
Nee, kinderen mogen niet zomaar bij hun ouders weggehaald worden. Er moet andere woonruimte geregeld worden.
D
Ja, als ouders weinig geld hebben moeten de kinderen naar een pleeggezin.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 8: Mogen kinderen met een fysieke beperking naar dezelfde school als kinderen die geen fysieke beperking hebben?
A
Ja, kinderen met een fysieke beperking krijgen extra hulp en de school wordt aangepast.​
B
Ja, want er zijn geen speciale scholen voor kinderen met een fysieke beperking.
C
Nee, kinderen met een fysieke beperking kunnen bijvoorbeeld met hun rolstoel niet door de deur of aan een schooltafel zitten.
D
Nee, kinderen met een fysieke beperking moeten naar een speciale school.​

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 9: Carlos is een Spaans jongetje dat geslagen wordt door zijn vader wanneer hij stout is geweest. ​
Mag dat?
A
Ja, iedere cultuur heeft zijn eigen regels.
B
Ja, ouders bepalen zelf hoe ze hun kind opvoeden.
C
Nee, dat mag niet want dat is kindermishandeling.
D
Nee, dat mag niet want dat is discriminatie.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 10: Zainab is met haar vader van Afghanistan naar Nederland gevlucht. Hier wordt Zainab heel ziek, mag zij worden opgenomen in het ziekenhuis?
A
Nee, Zainab is illegaal in Nederland en mag daarom niet naar het ziekenhuis..
B
Ja, alle kinderen in de wereld zijn gelijk en mogen naar het ziekenhuis.
C
Nee, Zainab is in Afghanistan geboren dus kan alleen dáár naar een ziekenhuis.
D
Ja, als de vader van Zainab de kosten van het ziekenhuis zelf betaalt.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Quizvraag 11: Wanneer werd voor het eerst de bescherming van kinderen vastgelegd?
A
1924
B
1945
C
1995

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 12: Wanneer werd voor het eerst de bescherming van kinderen vastgelegd?
A
Aan een verdrag hoef je je als land niet precies te houden en een verklaring wel.
B
Aan een verklaring hoef je je als land niet precies te houden en een verdrag wel.
C
Aan zowel een verdrag als een verklaring moet een land zich houden; er is geen verschil.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 13: Wanneer heeft Nederland het verdrag van de Kinderrechten ondertekend?
A
Meteen op 20 november 1989​
B
15 jaar later in 2004​
C
6 jaar later in 1995

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Quizvraag 14: Voor wie is het kinderrechtenverdrag bedoeld?
A
Iedereen jonger dan 14 jaar
B
Iedereen jonger dan 16 jaar
C
Iedereen jonger dan 18 jaar

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

“Wat weet je nu over kinderrechten? Wat wist je aan het begin van de les nog niet?”

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Lesdoel behaald?
Heb jij onderstaand doel behaald?

  1. Aan het einde van de les kan je vertellen wat kinderrechten zijn
  2. Aan het einde van de les kan je vertellen wanneer de kinderrechten ontstaan zijn

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Deze les vond ik....
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

Kijk even hoe ver je komt gezien de tijd. 
Ik zou ervoor kiezen om het prioriteitenlijstje te maken (overzicht) 
En dan volgende LOB les door te gaan met een weekplanning