S6.3, 64 & 6.5

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Optie 1:  (zelfstandig)

  • 1e uur weektaak afmaken (6.4 en 6.5 + test jezelf)
  • 2e uur mondeling voorbereiden (allemaal)


Optie 2: (klassikaal)

  • Extra instructie: toets/mondeling

  • 1e uur: Samen 6.4 doen + grammatica)
  • 2e uur: mondeling voorbereiden. (allemaal)

Slide 2 - Slide

"This room has been painted blue."
A
Passive
B
Active

Slide 3 - Quiz

"Boys like to play soccer."
A
Passive
B
Active

Slide 4 - Quiz

Lesson 3
  • Speaking
  • Pg 136-146
  • Do ex. 1-11  
  • Check
  • Filter out the words that you don't know.

Slide 5 - Slide

Lesson 4
  • Reading
  • Read & do ex 1-5: pg 148
  • Do ex. 7, 11, 12 + check
  • Grammar: adverbs-adjectives ex. 8, 9, 10.
  • Check + test jezelf

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden - adjectives

- zegt iets over een zelfstandig naamwoord
vb. Wat is het? Het is mooi!

That is an awesome game!
We have a big house.
They own a red car.
Her little sister is very cute.
Bijwoorden - adverbs
+ ly

- zegt iets over een werkwoord
- zegt iets over een bijv. nmw.
vb. Hoe zingt zij? Zij zingt prachtig.

The computer automatically replies to emails. 
She is extremely popular
That old man drives way too slowly

Slide 7 - Slide

Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
beautiful
B
beautifully

Slide 8 - Quiz

Adjectives and adverbs
He dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 9 - Quiz

Adjectives and adverbs
It tastes ....
A
good
B
well

Slide 10 - Quiz

Adjectives and adverbs
She sings.....
A
beautiful
B
beautifully

Slide 11 - Quiz

Adjectives and adverbs
She plays the piano ......
A
good
B
well

Slide 12 - Quiz

Word order 
Who - does - what - where - when
ond  - hulp ww+hoofd ww - lijd.vw/meew.vw - plaats - tijd

Jaimy bought a new book in Amsterdam yesterday.
Olivia is walking her dog in the park at this moment.

Slide 13 - Slide

Adverbs of frequency
  • Tussen ond. + hoofdww  of tussen ond. + hulpww.
  • Na een vorm van to be: am/are/is/was/were (behalve in een vraagzin)


Adverb of frequency = something that says how often something happens (always, usually, sometimes, etc.)

Slide 14 - Slide

adverbs of manner, place and time

  • Manner (how you do it), daarna place, daarna time
  • Tijd mag ook helemaal vooraan staan.
  • Zijn er meerdere adverbs of time in de zin, begin met de meest specifieke tijdsbepaling bijv: 1 a.m. in the morning.

Slide 15 - Slide

all together
active sentences
subject - verb  - object - (place) - (time)
Question sentences
verb - subject - object
passive sentences
object - verb - subject

Slide 16 - Slide

Prepositions of place

Slide 17 - Slide

1. Prepositions of place

Pick the right answer!
A
next to
B
among
C
over
D
between

Slide 18 - Quiz

2. Prepositions of place

Pick the right answer!
A
under
B
on
C
in
D
behind

Slide 19 - Quiz

3. Prepositions of place

Pick the right answer!
A
under
B
in front of
C
between
D
below

Slide 20 - Quiz

Lesson 5
  • Writing
  •  Do ex 1 - 9: pg. 100 -107
  • Grammar: - short answers
                            - word order adv. 
  • Check + test jezelf

Slide 21 - Slide

Short Answers
short answer
short answer
short answer
short answer

Slide 22 - Slide

Short Answers 

Slide 23 - Slide

                  Short answers

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

How would you phrase?:
  • Je werkt aan de telefoon van de 911 meldkamer. Je neemt de telefoon op en stelt je voor namens de hulpdienst. Je vraagt wat je voor de beller kunt doen.
  • Je bent tijdens een fietstocht getuige van een ongeluk. Een wat oudere man is aangereden door een auto. Je belt 911 en vraagt om hulp. Je denkt dat er een ambulance moet komen en dat de politie moet worden ingelicht.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

timer
38:00

Slide 28 - Slide