H4 Is er werk voor jou? 4.2 Waar wil je werken? (pincode 7e editie)

Welkom! H4 Is er werk voor jou?

4.2/5.2 Waar wil je werken?

Pak alvast jouw boek, schrift, etui en rekenmachine
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom! H4 Is er werk voor jou?

4.2/5.2 Waar wil je werken?

Pak alvast jouw boek, schrift, etui en rekenmachine

Slide 1 - Slide

Huiswerk
Hoe is het met het huiswerk? Is het gelukt de opdrachten te maken? Waarom wel of waarom niet?

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling 4.1/5.1 (10 minuten)
- Uitleg deel 1 4.2/5.2 + zelfstandig werken (15 min)
- Korte pauze (5 min)
- Uitleg deel 2 4.2/5.2 (5 min)
- Zelfstandig werken (10 min)
- Korte pauze (5 min)
- Zelfstandig werken + afronding les (restant van tijd)





Slide 3 - Slide

Herhaling les 4.1/5.1
- Uitleggen wat een CAO is
- Een nettoloon berekenen
- Wat het minimum(jeugd)loon is
- Hoe je berekeningen kunt maken met het minimum(jeugd)loon

Slide 4 - Slide

Rekenopdracht
Bereken het nettoloon:

Brutoloon = 2550 euro
Loonbelasting = 352 euro
Sociale premie = 8% van het brutoloon

Wat is het nettoloon?

Slide 5 - Slide

4.2 Waar wil je werken? 
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je
- Benoemen welke arbeidsmotieven je kunt hebben
- Benoemen welke productiesectoren er zijn
- Uitleggen wat arbeidsverdeling is

- Uitleggen wat het verschil is tussen leidinggevend en uitvoerend werk
- Uitleggen wat het verschil is tussen geschoold en ongeschoold werk

Slide 6 - Slide

Redenen om te werken
Arbeidsmotieven = redenen om te werken


Je kunt verschillende arbeidsmotieven hebben:
  • geld verdienen
  • nuttig en zinvol bezig zijn
  • je werk levert contacten op
  • een baan geeft regelmaat aan je leven
  • je leert nieuwe dingen

Slide 7 - Slide

In welke sector wil je werken?
Productie en arbeid kun je in verschillende productiesectoren indelen:


  • agrarische sector; landbouw, visserij, mijnbouw
  • industriële sector; fabrieken, bouw, ambachten (bakker, slager)
  • dienstverlenende sector; winkels, banken, overheid



Slide 8 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Aan de slag met opdracht ....
Kader: opdracht ....
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Pauze
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Ieder een eigen taak
Het werk bij een bedrijf is verdeeld in verschillende banen.
Dit heet arbeidsverdeling.

Bij arbeidsverdeling
  • Doet iedereen waar hij/zij goed in is.
  • Heeft iedereen zijn eigen specialisatie.



Slide 11 - Slide

Leidinggevend of uitvoerend?
Leidinggevend werk:
  • Je geeft opdrachten aan anderen.
  • Je bent verantwoordelijk voor het eindresultaat.

Uitvoerend werk:
  • Je voert opdrachten uit die je opgedragen krijgt.


Slide 12 - Slide

Geschoold of ongeschoold
Voor geschoold werk:
Heb je wel een beroepsopleiding nodig

Voor ongeschoold werk:
heb je geen beroepsopleiding nodig



Slide 13 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Aan de slag met opdracht ....
Kader: opdracht ....
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Pauze
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig de opgaven. Je mag overleggen.
Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent

Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? Kijk alvast naar de volgende les (4.3 of 5.3)

Slide 16 - Slide

Afsluiting 
Leerdoelen:
 

Je kunt nu
- Benoemen welke arbeidsmotieven je kunt hebben √
- Benoemen welke productiesectoren er zijn √
- Uitleggen wat arbeidsverdeling is √
- Uitleggen wat het verschil is tussen leidinggevend en uitvoerend werk √
- Uitleggen wat het verschil is tussen geschoold en ongeschoold werk √

Slide 17 - Slide