1. Je kunt benoemen hoe dit tijdvak heet.
2. Je kunt de jaartallen bij deze periode noemen.
3. Je kunt uitleggen waardoor er in Griekenland zelfstandige stadstaten ontstonden.
4. Je kunt uitleggen hoe de Griekse cultuur zich verspreidde over een groot gebied.
Staat alles in je schrift?