What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Check kennis Consumentensurplus, elasticiteit, vraaglijn
Wat is het consumentensurplus bij p = € 0,40?
A
0,10
B
0,50
C
1
D
4,50
1 / 16
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is het consumentensurplus bij p = € 0,40?
A
0,10
B
0,50
C
1
D
4,50
Slide 1 - Quiz
Je kunt ...(1)... voor een paar sportschoenen bepalen
door ...(2)... te verminderen met
...(3)...
de marktprijs
de betalingsbereidheid
het consumentensurplus
Slide 2 - Drag question
Hoeveel is het totale consumentensurplus in Euro's?
A
6.000
B
2.000
C
12.000
D
4.000
Slide 3 - Quiz
Ik kan het consumentensurplus berekenen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 4 - Poll
Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de vraaglijn?
A
Afname van het aantal consumenten
B
Verbetering kwaliteit concurrerende producten
C
Toename besteedbaar inkomen
D
Toename productiviteit
Slide 5 - Quiz
Het inkomen van de vragers is gestegen.
Het aantal vragers neemt af.
De prijs van het product zelf is gedaald.
De prijs van ZARA T-shirts is gedaald.
De vraaglijn van H&M T-shirts verschuift naar links. Welke oorzaken kan dit hebben? Sleep alle mogelijke oorzaken naar dit vak.
Slide 6 - Drag question
Ik begrijp de verschuiving van en langs de vraaglijn
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
Slide 7 - Quiz
Een product met een prijselasticiteit van -0.5 is...
A
inelastisch
B
elastisch
C
volkomen inelastisch
D
volkomen elastisch
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
De prijselasticiteit van de vraag naar fietsen is –0,2.
Als de prijs van een fiets met 4% stijgt, zal de vraag naar fietsen:
A
0,8% stijgen
B
0,8% dalen
C
16% stijgen
D
16% dalen
Slide 10 - Quiz
De prijselasticiteit van de vraag naar auto’s is –0,5.
Om de gevraagde hoeveelheid auto’s met 10% te laten stijgen, moet de prijs met:
A
20% dalen
B
5% dalen
C
5% stijgen
D
20% stijgen
Slide 11 - Quiz
De prijs van Uggs nieuwste schoenen stijgt met 5%.
De prijselasticiteit van de vraag is inelastisch.
De omzet zal door deze prijsstijging
A
dalen
B
stijgen
Slide 12 - Quiz
Ik begrijp de prijselasticiteit van de vraag
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
Slide 13 - Quiz
Een complementair product van een iPhone
A
een Android telefoon
B
een telefoonhoesje
Slide 14 - Quiz
Als mijn inkomen 5% stijgt, koop ik 8% meer merkkleding; de inkomenselasticiteit is:
A
> 1
B
< 1
C
>0, maar < 1
Slide 15 - Quiz
Ik begrijp de inkomenselasticiteit van de vraag
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
H2 quiz Consumentensurplus, elasticiteit, vraaglijn
September 2022
- Lesson with
38 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les 3 + 4 Herhaling Consumentensurplus, elasticiteit, vraaglijn
October 2021
- Lesson with
49 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.1 Consumentensurplus en vraaglijn les 1
November 2024
- Lesson with
21 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling H1 Markt, vraag & aanbod
November 2023
- Lesson with
43 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling Hfdst,2
October 2023
- Lesson with
19 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H4-1 vraaglijn + consumentensurplus
May 2021
- Lesson with
26 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vraag en aanbod H1 / H2
February 2023
- Lesson with
26 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Vragers en aanbieders oefentoets excl h5
August 2023
- Lesson with
40 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4