tegen andere groepjes in de klas / tegen andere groepjes/ buiten de klas (parallelgroep)/ tegen niet menselijke tegenstander (klok, proefwerk, hoger niveau/klas.
Voorbeelden:
Een kijken of jullie 5 minuten achter elkaar kunnen schrijven, klaar?
Dit ging goed, Nu wil ik zien of het nog een graadje beter kan.